Wilde haver

Klik op de afbeelding voor vergrote weergave met beschrijvende tekst

Wilde haver (Avena sterilis)

Een weinig geliefd, doch zeer fotogeniek pluimgras. Kenmerkend zijn de lange, gebogen kafnaalden. Aartjes 2-bloemig, 7-30 mm lang. Lemma van de 2 bloem met een onder de top ontspringende kafnaald. Kelkkafjes 7-11-nervig. Lemma van de onderste bloem bij rijpheid tussen de kelkkafjes uitvallend, aan de voet met een rond, hol litteken, dit over eenderde tot driederde met een glanzende harde rand. De tweede bloem valt bij rijpheid niet af, maar blijft met de aartjesas verbonden, litteken na het afbreken onregelmatig en zonder glanzende harde rrand. Derde bloem, indien aanwezig, zonder kafnaald.
Kenmerken van het geslacht haver  (Avena) waartoe Wilde haver behoort.

Pluimgrassen
Er zijn 2 bloemen in een aartje. De bloempjes steken slechts weinig buiten de kelkkafjes uit. Er zijn meestal 2 kafnaalden (soms 1 of geen kafnaald).

SPECIFICATIES - wilde_haver
familieGrassenfamilie (Gramineeën of Poaceae)
info familieGrassen zijn éénjarige of overblijvende planten. De overblijvende planten vormen zoden of hebben lange, kruipende wortelstokken.
De stengel is meestal hol en rond, op de knopen zitten tussenschotjes.
De bladen zijn afwisselend geplaatst en hebben een schede die over een grote lengte de halm omsluit en vaak open is. Op de grens van de bladschede en de bladschijf bevindt zich een vliesje, het tongetje. De bloemen zijn meestal tweeslachtig.

Elk bloempje is omgeven door twee schutblaadjes, de kroonkafjes. Meerdere bloempjes bij elkaar vormen een aartje (bloempakje). Aan de voet van dit aartje zitten vaak twee schutblaadjes, deze worden kelkkafjes genoemd. Op de kroon- en kelkkafjes zit vaak een lang uitsteeksel, de kafnaald. Deze kleine aartjes van meerdere bloempjes vormen samen dan weer een aar, een aarpluim of een pluim.

Bij een aar (Aargrassen) zijn de kleine aartjes (bloempakjes) ongesteeld of zeer kort gesteeld. Ze zitten daardoor stijf tegen de stengel gedrukt.
Bij aarpluimgrassen zitten de kleine aartjes op korte steeltjes. De bloeiwijze lijkt dan op een aar, maar als je de kleine aartjes opzij buigt, zie je dat er een kort steeltjes is.
De pluimgrassen hebben zwierige zijtakken die zelf vaak ook weer vertakt zijn.


De vrucht, graankorrel, bevat 1 zaad.

Grassen zijn windbloeiers, d.w.z. ze laten hun stuifmeel verspreiden door de wind.

Uit dit hele verhaal begrijp je waarschijnlijk al dat het determineren van grassen niet eenvoudig is. Kijk o.a naar de volgende punten:
- heeft het gras lange wortelstokken of is het zodenvormend?
- vormt het gras een aar, een aarpluim of een pluim?
- bevinden zich op elke tand 1 of meerdere aartjes ?
- zitten er in het aartje meerdere volkomen bloemen, d.w.z. bloemen met stamper en meeldraden, of is er slechts 1 volkomen bloem en zijn de andere bloempjes in het aartje mannelijk?
- Is er een kafnaald? Is deze lang of kort? Geknikt?
- Zijn er 1 of meerdere kelkkafjes?
- Steken de bloemen boven de kelkkafjes uit?
- Hoe ziet het tongetje eruit?
- Is de bladschede gesloten of geopend?
- Hoe ziet het blad eruit?
naam wilde_haver (Avena sterilis)
waar adventief uit Zuid-Europa en Zuidwest-Azië
bloei juni-augustus
kleur -
blad bladschede kaal, onderste vaak verspreid behaard. Tongetje 3-6 mm lang met vliezige rand. Blad 10-50 cm lang, 4-10 mm breed, aan de basis en aan de rand kort behaard
vrucht graanvrucht