Gele composieten met alleen lintbloemen herkennen

(of simpeler gezegd: ... bloemen die op paardenbloemen lijken herkennen)

Rijpe vruchtjes met pluis (pappus) deels nog ingeplant in de bloembodem - paardenbloem

Rijpe vruchtjes met pluis (pappus) deels nog ingeplant in de bloembodem - paardenbloem

Paardenbloem, illustratie lintbloemen

Paardenbloem, illustratie lintbloemen

Gele composieten met alleen maar lintbloemen: het is een moeilijke benaming voor ′bloemen die op paardenbloemen lijken′. Waarom heten deze bloemen Composieten?

Composieten zijn bloemen die zijn samengesteld uit meerdere bloemen. Dit is even lastig voor te stellen, gewend als we zijn om te spreken over bijvoorbeeld ′een paardenbloem′. In werkelijkheid bestaat datgene dat wij ′paardenbloem′ noemen, uit heel veel paardenbloempjes en dat wat we gewoonlijk ′bloemblaadje′ noemen is in werkelijkheid een hele bloem, met meeldraden en een vruchtbeginsel.
Bij deze bloemen zijn de oorspronkelijke 5 kroonblaadjes vergroeid tot een buisje of een lint. Waar ze vergroeid zijn tot een lint (de zgn. lintbloemen) zie je bovenaan nog 5 kleine tandjes als restant van de ooit los van elkaar staande kroonblaadjes. Het ′bosje van lint- of buisbloemen′ wordt bijeengehouden door een enkele of meervoudige krans van blaadjes, deze blaadjes worden omwindselblaadjes genoemd. Het bloemhoofdje (ons ′bosje′) samen met het omwindsel wordt bloemkorfje genoemd. De afzonderlijke bloemen staan ingeplant op een bloembodem. Vaak bevindt zich hier een rij schubben of haren: dit zijn restanten van de kelkblaadjes. De rij haren wordt ′pappus′ genoemd en de haren groeien uit tot het vruchtpluis. Je kunt dat duidelijk zien op de eerste foto. Het vruchtpluis zorgt ervoor dat de rijpe vruchtjes wegzweven op de wind.

De 5 helmknoppen van de meeldraden zijn vergroeid tot een kokertje, de 5 helmdraden staan echter los van elkaar. De stijl heeft 2 stempels.

Er zijn 3 soorten Composieten:

  • Er zijn alleen lintbloemen
  • Er zijn alleen buisbloemen
  • Er zijn zowel lintbloemen als buisbloemen

Dit artikel gaat over Composieten die geel zijn en alleen lintbloemen hebben. De bekendste uit deze groep is de Paardenbloem.

Andere voorbeelden zijn diverse soorten Biggenkruid, Leeuwentand, Havikskruid, Streepzaad en Melkdistels. Om er achter te komen wie wie is, zijn er een aantal dingen die je kunt controleren. Als je fotografeert, maak er dan een gewoonte van al deze details ook op de foto te zetten, al is het maar met een snapshotje. Fraaie plaatjes met wazige details leiden meestal niet tot de juiste naam!

Waar moet je op letten?

  • Zitten er bladeren aan de bloemstengel of is deze kaal?
  • Is de bloemstengel vertakt of niet?
  • Welke vorm hebben de bladeren en zijn ze behaard of glad?
  • Zitten de bladeren met oortjes aan de stengel? Staan ze in een rozet?
  • Staan de omwindselblaadjes uit of tegen de bloem gedrukt? Zijn ze stekelig?

Met een antwoord op deze vijf vragen kom je meestal wel tot een correcte benaming.

De manier waarop de omwindselblaadjes rond het bloemhoofdje staan en/of het uiterlijk van de omwindselblaadjes is vaak al voldoende kenmerkend om de bloem op naam te brengen. Probeer het eens!

Ja! Lijkt me leuk - ga ik proberen - klik hier

Ik probeer het liever via de Sleutel - klik hier

Zandpaardenbloem

Zandpaardenbloem