Moray Firth - wilde dolfijnen

Moray Firth ligt ten noordoosten van Inverness en is de grootste zeearm van de Noordzee in Schotland. Moray Firth is vooral bekend om de wilde dolfijnen die bij vloed de zeearm binnenzwemmen, achter de zalm aan. Langs de "firth" zijn een aantal populaire spottersplekken. Het is er pittig druk. De bekendste van deze plekken is Chanonry Point op het Black Isle vlakbij Inverness. Andere plekken zijn onder Kessock Bridge en vanaf Fort George. Houd er echter rekening mee dat de dolfijnen zich niet altijd laten zien. De dolfijnen van Moray Firth zijn nog echt vrije dieren, die niet voor toeristisch vermaak worden gelokt met voedsel en ze komen en gaan dan ook naargelang hun bui. Belangrijk is om bij opkomend tij ter plekke te zijn. Er zijn een aantal informatiecentra waar je alle informatie over de dolfijnen en de getijden kunt krijgen. Een boottocht biedt natuurlijk meer zekerheid om de dolfijnen ook daadwerkelijk te zien.

Kies je er voor om vanaf Fort George de komst van de dolfijnen af te wachten dan kun je, wachtend op de vloed, het fort bezichtigen. Fort George is het grootste artilleriefort van Schotland. Het werd gebouwd door George II na de nederlaag van Bonnie Prince Charlie in 1746 bij Culloden en moest dienen als extra verdeding tegen de Jacobieten. Later werd het fort gebruikt als militaire trainingsbasis en ook nu nog is een deel van de barakken in gebruik. Een groot gedeelte van het fort is echter opengesteld voor publiek. "Historic Scotland" gebruikt een deel van de barakken om een reconstructie van het vroegere leven in het fort te laten zien. In het Grand Magazine vind je de Seafield Collection of Arms. En er is het Highlanders′ Museum (Queen′s Own Highlanders Collection) en een kleine kapel gebouwd door Robert Adam. Fort Georg Chapel was de regimentskerk van de Seaforth Highlanders sinds 1881. In 1961, na het samengaan met de Queens Own Cameron Highlanders werd het de kerk van de Queen′s Own Highlanders. De oude regimentskleuren vind je o.a. terug in de glas-in-loodramen.

Maar je kunt ook een wandeling langs de zeearm maken. Een van de leukste plaatsjes langs de kust is Findhorn, een eco-dorp en bekend van de Findhorn Foundation. Het dorpje heeft een prachtig strand, een gezellig haventje en een oud dorpscentrum. Findhorn Bay, Burghead Bay en Culbin Forest zijn mooie plekken om te wandelen en wildlife te zien.

Verder kun je het slagveld bij Culloden bezoeken en de Clava Cairns.

Clava Cairns
Clava cairns zijn oude grafcomplexen uit de neolitische tijd en het begin van de bronstijd. De graven zijn rond en gebouwd met grote en kleine, zwart, wit en rood gekleurde stenen. Het zijn ring- of ganggraven. Veel van de stenen zijn in de loop der eeuwen meegenomen en gebruikt voor andere doeleinden, zodat van de oorspronkelijke bouw veel verloren is gegaan. De graven zijn vooral te vinden rond Inverness. Bij het slagveld van Culloden langs de rivier de Nairn liggen Balnuaran of Clava en Milton of Clava. De naam Clava Cairns wordt ook wel als synoniem gebruikt voor Balnuaran of Clava.
Balnuaran of Clava is tussen 2300 en 2000 voor Christus ontstaan. Oorspronkelijk waren er 5 graven. Daarvan zijn er nu nog drie te bezichtigen, twee ganggraven en één ringgraf.
Het meest noordoostelijk gelegen graf is een ringgraf met vijf meter dikke muren. De toegang is georiënteerd op de zonnewende. De muren zijn opgebouwd uit kerbs - grote, rechtopstaande stenen. De tussenruimtes werden opgevuld met kleinere stenen. De stenen hebben verschillende kleuren. Rond het graf staat een steencirkel van 12 stenen.
Ook het middelste graf is een ringgraf. Ook om dit graf ligt een steencirkel. Vier van de stenen van de cirkel leidden met een pad van platliggende stenen naar het graf.
Het zuidwestelijke graf is een rond ganggraf.
Sommige kerbs hebben zogenaamde cupmarks: ter versiering aangebrachte kleine, ronde gaatjes

Zo′n 8 km ten zuidwesten van Nairn ligt Cawdor Castle. De woontoren stamt uit de vijftiende eeuw. Het kasteel is gebouwd rond een kleine, levende hulstboom. De legende wil dat de taan van Cawdor op een dag een ezel beladen met goud het landschap in stuurde. Waar de ezel zou gaan liggen om de nacht door te brengen, daar zou het kasteel gebouwd worden. De boom stierf in 1372. De restanten zijn nog te zien in de onderverdieping van de woontoren.
Een rondleiding door het kasteel laat zien wat er in de loop der eeuwen zoal in het kasteel verzameld is aan meubilair, serviesgoed, zilver, schilderijen enz. Een beetje overdaad schaadt.
Rond het kasteel liggen prachtige tuinen.