vergeet-mij-nietje

Vergeet-me-nietjes herkennen

Een plantje dat bijna iedereen wel kent: het vergeet-mij-nietje (Myosotis). Kleine, hemelsblauwe bloempjes, met vijf stompe, gele of witte knobbeltjes in het midden, die de kroonbuis min of meer afdekken en zo de stamper en de meeldraden grotendeels aan het zicht onttrekken. De Latijnse naam Myosotis betekent ′muizenoortje′, doelend op de harige blaadjes. Romantischer is echter de Nederlandse benaming. Zo wil het verhaal dat een middeleeuws ridder een bosje bloemen ging plukken voor zijn geliefde, maar daarbij helaas in het water viel en door zijn zware harnas onherroepelijk naar de diepte werd getrokken. Terwijl hij verdronk, wierp hij zijn geliefde toch nog het bosje bloemen toe en riep ′vergeet mij niet!′. En zo is het vergeet-mij-nietje voor vrouwen een symbool van trouw geworden. Aan de waterkant, het zal wel een moerasvergeet-me-nietje zijn geweest.

Waarop moet je letten om de verschillende soorten vergeet-mij-nietjes van elkaar te kunnen onderscheiden?

  • De kelkharen - staan deze stijf tegen de bloem gedrukt of staan ze wijd uit?
  • Is de kelk diep of ondiep ingesneden?
  • is de zoom van de bloemkroon vlak of iets trechtervormig verdiept?
  • Hoe lang is de vruchtsteel?

Vergeet-mij-nietjes met niet-uitstaande kelkharen

Als de kelkharen stijf tegen de bloem aangedrukt liggen dan wordt de keuze direct beperkt tot het Zode- of Zompvergeet-mij-nietje (Myosotis laxa caespitosa) en het Moerasvergeet-mij-nietje (Myosotis scorpioides)

Bij het Zompvergeet-mij-nietje is

  • de kelk tot ongeveer de helft ingesneden,
  • de stijl van de uitgebloeide bloem veel korter dan de kelk
  • de stengel rond

Bij het Moerasvergeet-mij-nietje is

  • de kelk hooguit tot 1/3 ingesneden,
  • de stijl ongeveer even lang als de kelk
  • de stengel vaak kantig

Het Weidevergeet-mij-nietje (M. palustris nemorosa) wordt tegenwoordig tot de moerasvergeet-mij-nietjes gerekend (Myosotis scorpioides).

Mocht je toch onderscheid willen maken: bij het Weidevergeet-me-nietje wijzen de haren op de onderste bladen naar de bladvoet; bij het Moerasvergeet-me-nietje naar de bladtop. Ook is het blad van het Weidevergeet-me-nietje glanzend.

Vergeet-mij-nietjes met afstaande kelkharen

Als de kelkharen afstaan dan is er een ruimere keuze aan soorten. De afstaande haren aan de onderzijde van de kelk hebben een haakvormige top.

Zoom van de bloemkroon vlak

Bosvergeet-mij-nietje (M. silvatica) - belangrijkste kenmerk is de vlakke zoom van de bloemblaadjes (kroonblaadjes). Bij alle andere soorten buigt de zoom iets omhoog: de bloemblaadjes lijken een soort trechtertje te vormen. Het bosvergeet-mij-nietje komt in het wild nauwelijks nog voor, wel is ze veel te vinden in tuinen. Daar komt ze ook in een blijvende roze kleur voor. Dit vergeet-mij-nietje heeft vaak niet-bloeiende, grootbladige rozetten.

Zoom van de bloemkroon iets trechtervormig verdiept, middellijn kleiner dan 6 mm

De overgebleven vier in Nederland voorkomende soorten zijn lastiger. Ook qua benaming.

  • Stijf vergeet-mij-nietje, voorheen Voorjaarsvergeet-mij-nietje (M. stricta [=micantha])
  • Veelkleurig vergeet-mij-nietje (M. versicolor)
  • Ruw vergeet-mij-nietje (M. ramosissima [=hispida])
  • Akkervergeet-mij-nietje, voorheen Middelst vergeet-mij-nietje, (M. arvensis)

Veelkleurig vergeet-mij-nietje (M. versicolor)Bloemen verkleuren van geel, naar rood en paars en ten slotte naar blauw. De kroonbuis is uiteindelijk dubbel zo lang als de kelk. Op bouwlanden en grazige plaaten. Bloeit van mei tot juni.

Bloemen altijd blauw, of eerst roodachtig, en kroonbuis hoogstens even lang als de kelk

Bij de nu nog overgebleven soorten is de lengte van de vruchtsteel van belang, evenals het open of gesloten zijn van de kelk bij een uitgebloeide bloem.

Stijf vergeet-mij-nietje (M. stricta)
  • Vruchtsteel zeer kort, korter dan halve kelk
  • Vruchtkelk bijna tegen de stengel aangedrukt, gesloten
  • De haren op de middennerf aan de onderkant van het blad hebben een haakvormige top.
  • Bloemtros onderaan bebladerd.
  • Zeer kleine bloemkroon
  • Op zandig bouwland, aan wallen, in de duinen. Bloeit van april tot juni. Het is een Rode Lijst 3 soort
Akkervergeet-mij-nietje
  • Vruchtsteel 2x zo lang als de kelk
  • De vruchtkelk is meestal gesloten
  • Spitse stengelbladen
  • De ontwikkelde bloemtros is korter dan de bebladerde stengel
  • Middellijn bloemkroon tot 6 mm
  • Geen grootbladige bladrozetten (zoals Bosvergeet-mij-nietje). Te vinden op akkers, grazige en beschaduwde plaatsen, langs wegen en dijken enz. Bloeit van mei tot juli en in september.
Ruw vergeet-mij-nietje
  • Vruchtsteel even lang als, of iets korter dan de kelk (1-4 mm), in een hoek van 60 - 90 graden op de stengel, vaak gekromd
  • Vruchtkelk open
  • Stompe stengelbladen
  • De goed ontwikkelde bloemtros is veel langer dan de bebladerde stengel
  • Bloemkroon klein (2-3 mm)
  • Bloeit in mei en juni in de duinen, op rivierduintjes, dijken en op zandig bouwland