Speerdistel
![]() |
Er zijn veel planten waarvan de naam eindigt op -distel. Ze behoren echter niet allemaal tot hetzelfde geslacht of zelfs maar dezelfde familie. De echte distels zijn grote, stekelige planten met kleine, meestal paarsachtige bloemen die samengeperst in een groot, stekelig omwindsel (korfje) zitten. De vruchten hebben vruchtpluis. Distels behoren tot de Composietenfamilie* en hebben alleen buisbloemen. De bloemhoofdjes lijken wat op de Centaurie-soorten, maar deze hebben geen vruchtpluis en evenals bij de Stekelnoot en Klis hebben alleen de omwindselblaadjes stekels, de gewone bladen niet. Distels zijn tweejarige planten. In het eerste jaar is er alleen het wortelrozet. |
||||||||||||||||||||||
Centaurea jaceo (Knoopkruid) lijkt oppervlakkig wat op een distel. Ze is echter niet stekelig, de omwindselschubben hebben een kamvormige rand en er is geen pluis. | |||||||||||||||||||||||
* Composieten bestaan uit lint- of buisbloemen of beide. Distels hebben alleen buisbloemen. Buisbloemen: de 5 bloemblaadjes zijn vergroeid tot een kokertje met aan de top vijf slippen. Uit dit kokertje van bloemblaadjes steken de 5 meeldraden met de 5 op hun beurt tot een bodemloos kokertje vergroeide helmhokjes. De meeldraden zijn eerder rijp dan de stempels. Het stuifmeel valt door het kokertje van de helmhokjes op de zich dan nog onderin het kokertje bevindende, gesloten stempels. De stijl en de stempels gaan groeien en brengen zo het stuifmeel omhoog tot buiten het helmhokjeskokertje. Nu kunnen bezoekende insecten het stuifmeel meenemen. Pas dan openen zich de stempels en zullen insecten vreemd stuifmeel meebrengen om de stempels te bestuiven. Lintbloemen: de bloemblaadjes zijn vergroeid tot 1 smal blaadje. Vaak zie je bovenaan nog de tandjes van de oorspronkelijke 5 (of 3) bloemblaadjes. Zo'n lintbloem is tweeslachtig. Er is dus een stamper met een stijl en er zijn meeldraden. De helmhokjes van de meeldraden zijn rondom de stijl vergroeid tot een buisje. Op het vruchtbeginsel bevindt zich vaak een rij haren of schubben. Dit zijn eigenlijk de kelkblaadjes. Deze verschrompelde kelkblaadjes worden de pappus genoemd. Later groeien ze uit tot het pluis dat het zaad draagt op de wind. En dit alles staat dan weer verankerd op een bloemhoofdjesbodem. Wat wij gewoonlijk dus 'een bloem' noemen, blijkt te bestaan uit een heleboel van deze lint- of buisbloemen. Om de zaak een beetje bij elkaar te houden is er een omwindsel, een korfje van omknellende blaadjes. |
|||||||||||||||||||||||
![]() |
|||||||||||||||||||||||
"Distels"De Kruisdistel (Eryngium campestre) en de Blauwe zeedistel (Eryngium maritimum) behoren tot de familie van de Schermbloemigen. Ze hebben doornige, distelachtige, onbehaarde omwindsels, bladeren en stengels. De bladeren zijn zittend en leerachtig.De gele distels (melkdistels) hebben lintbloemen en geen buisbloemen, ze zijn beschreven in Gele composieten met alleen lintbloemen herkennen. De Moesdistel lijkt erg op de gele melkdistels. De stralende bloempjes zijn echter geen lintbloemen, maar diep gespleten buisbloempjes. Het is een zeldzame distelsoort. De Artisjok en de Kardoen hebben enorm grote distelkoppen. Ze behoren tot het geslacht Cynara. De Kogeldistel uit het geslacht Echinops heeft kleinere, zuiver kogelronde, blauwe distelkoppen zonder omwindsel, het blad lijkt op dat van de Wegdistel, maar dan veel minder stekelig. Ook zijn er een aantal planten die op het eerste gezicht wel op een distel lijken, zoals bijv. de Gewone klis, met de paarsachtige bloem met stekelig omwindsel. |
|||||||||||||||||||||||
![]() |
![]() |
![]() |
|||||||||||||||||||||
blauwe zeedistel | kruisdistel | kogeldistel, kogelrond en blauw | |||||||||||||||||||||
![]() |
![]() |
![]() |
|||||||||||||||||||||
gewone melkdistel, lintbloemen | paardenbloem, lintbloemen | gewone klis, geen stekelig blad | |||||||||||||||||||||
![]() Bloeiende artisjok | |||||||||||||||||||||||
Echte distelsDe distelgroep kent vier geslachten:
Geslacht Cirsium: Bloemhoofdjesbodem dicht en stijf behaard. Pappus uit enkele rijen geveerde haren bestaand. Geslacht Carduüs: Bloemhoofdjesbodem dicht en stijf behaard. Pappus uit zeer fijn getande, aan de voet tot een ring vergroeide haren bestaand. Stengel stekelig gevleugeld. Het loont zich dus om het pluis van deze planten eens nader te bekijken. |
|||||||||||||||||||||||
![]() geveerd pluis akkerdistel, enkele rijen haren |
![]() getand pluis kruldistel, onderaan vergroeid tot ring |
||||||||||||||||||||||
![]() |
|||||||||||||||||||||||
Akkerdistel, de schubjes liggen tegen het bloemhoofdje aangedrukt, topjes iets naar buiten gebogen | |||||||||||||||||||||||
Eerste stap: zijn de omwindselschubben wollig of spinnenwebachtig behaard? | |||||||||||||||||||||||
![]() spinnenwebachtig behaard, niet wollig |
Met wollig wordt in dit geval bedoeld echt opvallend pluizig. Niet te verwarren met de overige distels, die spinnenwebachtig behaard zijn. Wollig behaarde distels ==> Wollige distel, Tengere distel of Wegdistel. Deze distels met wollige omwindsels zijn echter zeldzaam, evenals de aarddistel, waarvan de bladeren en bloemen plat op de grond liggen. Het is het aannemelijk dat de plant die we willen determineren niet een van de bovengenoemde is (gelukkige vinders daar gelaten) en dus gaan we verder met de spinnenwebachtig behaarde distels. |
||||||||||||||||||||||
Tweede stap: zijn de omwindselschubben stekelig ? | |||||||||||||||||||||||
![]() |
|
![]() |
|||||||||||||||||||||
omwindsel niet stekelig, kale jonker | omwindsel stekelig, speerdistel | ||||||||||||||||||||||
Derde stap: Zijn de distelkoppen groot of klein, staan ze alleen of met meerdere, en zo ja met hoeveel, bij elkaar? Stap twee en drie gecombineerd levert dan het volgende op: |
|||||||||||||||||||||||
De distelkoppen zijn klein, ze staan in een kluwen bijeen en hebben zachte of stompe stekels (aanliggende schubjes) ==> Spaanse Ruiter (zeldzaam), Akkerdistel, Kale Jonker, Kruldistel | |||||||||||||||||||||||
![]() |
![]() |
![]() |
|||||||||||||||||||||
kale jonker, kluwen van distelkoppen | kruldistel, 2-3 distelkoppen bijeen | akkerdistel, geen stekelig omwindsel | |||||||||||||||||||||
De distelkoppen zijn groot, ze staan met 1 of 2 bij elkaar en hebben lange, scherpe stekels ==> Knikkende distel, Wegdistel, Speerdistel, Mariadistel (zeldzaam), Veeldoorndistel (Langstelige distel) (zeldzaam(, Haakdistel (zeer zeldzaam) | |||||||||||||||||||||||
![]() |
![]() |
||||||||||||||||||||||
speerdistel, scherp stekelig, 1-2 grote distelkoppen | knikkende distel, grote, knikkende distelkop, omwindselbladen naar buiten gebogen | ||||||||||||||||||||||
Kleine distelkoppen: Spaanse ruiter, Kale jonker, Akkerdistel, Kruldistel |
|||||||||||||||||||||||
1. De bladeren zijn vergroeid met de bloeistengel (gevleugelde stengel, aflopende bladeren) ==> | Kale jonker, kruldistel | ||||||||||||||||||||||
Kale jonker (Cirsium palustre![]() |
|
Kruldistel (Carduüs crispus ![]() |
|||||||||||||||||||||
Stengel | Stengel | ||||||||||||||||||||||
![]() |
![]() |
||||||||||||||||||||||
Kluwen van distelkoppen, aanliggende omwindselblaadjes | Enkele distelkoppen, afstaande omwindselblaadjes | ||||||||||||||||||||||
2. De bladeren zijn niet aflopend of vergroeid met de stengel, wel stekelig. Het omwindsel heeft geen scherpe stekels ==> |
|||||||||||||||||||||||
Spaanse ruiter, Akkerdistel | |||||||||||||||||||||||
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
||||||||||||||||||||
Akkerdistel - helaas nog geen foto's van de Spaanse ruiter | |||||||||||||||||||||||
|
|||||||||||||||||||||||
Grote distelkoppen: Knikkende distel, Speerdistel, Wegdistel, (Mariadistel) |
|||||||||||||||||||||||
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
|||||||||||||||||||
Grote knikkende bloem ==> | Knikkende distel (Carduüs nutans) | ||||||||||||||||||||||
Grote, platte, viltige bladen Distelkoppen sterk ingesnoerd Op de bodem vakjes met vruchtjes Tot 3 meter hoog Groeit aan de duinrand in juni - augustus ==> |
Wegdistel (Onopordon Acanthium) | ||||||||||||||||||||||
Blad met lange, gele stekels, scherp als naalden Blad eindigt in langen 'speer'punt Ook is het blad iets omgerold Vruchtpluis geveerd Alle delen venijnig scherp In weilanden en op dijken in juni - oktober |
Speerdistel (Cirsium vulgare) | ||||||||||||||||||||||
Geen forse stekels. Vruchtpluis niet geveerd ==> | Veeldoorndistel of haakdistel (zeldzame soorten) | ||||||||||||||||||||||
![]() pluis en omwindselbladen knikkende distel |
|||||||||||||||||||||||
Driedistel |
|||||||||||||||||||||||
![]() |
![]() |
||||||||||||||||||||||
De Driedistel behoort tot het geslacht Carlina. Dit geslacht verschilt van de Distelgroep doordat de stekels langs de bladranden, aan de stengels, op de bladnerven (achterzijde) en soms op het omwindsel zitten. De Driedistel is echter het eenvoudigst te herkennen aan de geel-witte bloemen, die vaak gedrieën bijeen staan. De bloempjes zelf zijn klein, maar ze worden omringd door de grote, geelwitte stralen van het omwindsel. Deze stralen staan alleen bij zonnig weer open, bij regen vouwen ze zich om de bloemen heen. Ze blijven lang aan de plant zitten en hun bewegingen maken, ook als deze al uitgebloeid en afgestorven is. Vaak opvallend mooi in het winterlandschap! De plant werd vroeger veel als 'weervoorspeller' aan de deurposten gehangen. De Driedistel vind je veel in de duinen. |
|||||||||||||||||||||||
![]() |
|||||||||||||||||||||||
Speerdistel |