Klik op de afbeelding voor vergrote weergave met beschrijvende tekst
Mosbloempje (Crassula tillaea)
Mosbloempje is een heel klein, onbehaard, mosachtig plantje. De bladen zijn eirond, vaak rood aangelopen (afhankelijk van de droogte) en 1-2 mm lang. De blaadjes zijn aan de voet vaak iets met elkaar verbonden, Ze hebben een kort spitsje aan de top. De onderste blaadjes zijn stomp. De blaadjes staan tegen over elkaar aan lange, dunne, liggende of opstijgende takjes. De bloemen zijn ongesteeld, meestal drietallig en wit of roze van kleur. Ze hebben 3 kelkslippen, 3 kroonbladen, 3 meeldraden, lijnvormige klierschubben die zo lang als de meeldraden zijn en 3 vruchtbeginsels. De kelkslippen zijn ovaal, spits en roodachtig, de kroonbladen zijn eirond-langwerpig, toegespitst en half zo lang als de kelk.
De vruchtjes springen met een lengtespleet aan de binnenzijde open. Er zitten meestal 2 ovale, zeer kleine zaadjes in.
De vruchtjes springen met een lengtespleet aan de binnenzijde open. Er zitten meestal 2 ovale, zeer kleine zaadjes in.
Kenmerken van het geslacht Crassula (Crassula) waartoe Mosbloempje behoort.
-
-
| familie | Vetplantenfamilie (Crassulaceae) |
| info familie | Tweezaadlobbige kruiden en heesters. De naam vetplanten of succulenten wordt in het algemeen gebruikt voor planten met dikke, vocht-opsparende bladen. Ze groeien op droge plaatsen zoals in de duinen of op muren of rotsen en in woestijnachtige streken. De bloemen van deze familie zijn (behalve het Mosbloempje) zijn 5-, 10-, 20- of 40-tallig. Meestal zijn er 5 bloemblaadjes, 10 meeldraden en 5 kokervruchten. |
| naam | mosbloempje (Crassula tillaea) |
| waar | open, in de zomer uitdrogende, matig voedselarme grond langs paden, in parkbossen, op begraafplaatsen en op campings in de duinen |
| bloei | april - september |
| kleur | wit of roze |
| blad | 1-2 mm lang, eirond, vaak rood aangelopen, de paren vaak dakpansgewijs aanliggend |
| vrucht | kokervrucht |