Klik op de afbeelding voor vergrote weergave met beschrijvende tekst
Kleinbloemige salie (Salvia verbenaca)
De kleinbloemige salie bloeit met blauwe of violette bloemen. De bloemen staan in schijnkransen. De bovenlip van de kelk is afgerond en heeft drie kleine tandjes. De schutbladen zijn groen. De bloemkroon is minstens 2x zo lang als de kelk.
De Veldsalie (S. pratensis) heeft donkerblauwe bloemen. De bovenlip van de kelk is niet afgerond. De bladen staan in een wortelrozet. De stengel is klierachtig behaard.
Kenmerken van het geslacht Salie (Salvia) waartoe Kleinbloemige salie behoort.
Blad gezaagd. Meer dan 2 bloemen in een krans. Duidelijke boven- en onderlip. Bloemen rood, paars, blauw. Geen pluis in de bloemkransen.
Slechts 2 ontwikkelde meeldraden. De meeldraden hebben een eigenaardige vorm: ze werken als een soort hefboom voor de bestuiving.
Hefboommechaniek bij het geslacht Salie: de twee helmhokjes van elke meeldraad zijn gescheiden door een steeltje (het helmbindsel). Dit steeltje is beweeglijk verbonden met de korte helmdraad. Het onderste helmhokje heeft geen stuifmeel en is veranderd in een plaatje. Als nu een bij of hommel de bloem binnendringt, dan drukt hij tegen het plaatje en duwt dit naar achteren, het bovenste helmhokje slaat daardoor voorover en bestuift zodoende de rug van het insect. Bij oudere bloemen steekt de gespleten stempel als een slangentong ver uit de bloem en likt als het ware het stuifmeel van de rug van het insect.