Klik op de afbeelding voor vergrote weergave met beschrijvende tekst
Zwarte den (Pinus nigra)
Anders dan de Grove den heeft de Zwarte den geen meerkleurige, naar boven toe rood wordende stam, maar een egaal grijszwarte stam. De schors is relatief fijn van structuur, vergeleken met de grote schubben van de Grove den.
De Zeeden heeft een bruinrode stam.
De naalden zijn 8-16 cm lang, donkergroen en minder stijf dan de naalden van de Zeeden. (Vergelijk de veel kortere, aan de onderzijde grijsgroene naalden van de Grove den en de langere, stijve, glanzend groene naalden van de Zeeden.)
De dennenappels zijn 3-8(9) x 2-4 (5) cm groot en glanzend geelbruin. (Vergelijk de kleinere dennenappels van de Grove den en de zeer grote dennenappels van de Zeeden).
Het schild van de zaadschub is scherp of zwak gekield, het uitsteeksel wijst opzij - het schild van de zaadschub van de zeeden is scherp gekield en het uitsteeksel wijst terug.
De Zwarte den kent twee variëteiten. De Oostenrijkse den heeft donkergroene, stijve naalden, die alle dezelfde kant uit groeienn. De twijgen zijn grijsgeel tot bruinachtig. De zaadschubben zijn vrij scherp gekield.
De Corsicaanse den heeft lichtgroene, minder stijve, vaak gedraaide, in verschillende richting groeiende naalden. De zaadschubben zijn zwak gekield.
De Zwarte den is veel aangeplant in de duinen.
Kenmerken van het geslacht Den (Pinus) waartoe Zwarte den behoort.
Naalden op korte loten in bundels van twee tot vijf of meer.
Dennen in Nederland zijn aangeplant om zandverstuivingen vast te leggen.