In Nederland komen in het wild 2 berkensoorten voor: de Ruwe berk en de Zachte berk.
Om de twee van elkaar te onderscheiden is het handig de Latijnse naam in gedachten te houden. De Betula pendula (Ruwe berk) heeft hangende takken (het Latijnse pendulus betekent hangen, je vindt het woord terug in onze pendule - slingeruurwerk), de takken van de Zachte berk (B.pubescens) staan meer stijf rechtop.
Verder is de Ruwe berk forser dan de Zachte berk en heeft onderaan de stam zeer grove, zwarte schors. De Zachte berk heeft tot onderaan de stam geen zwarte schors.
Het blad en de twijgen van de Ruwe berk zijn niet behaard - het blad, de bladsteel en de twijgen van de Zachte berk wel.
De soorten kruisen, hierdoor zijn kenmerken als de vorm van het blad niet altijd even betrouwbaar. Ook met de witte bast is het uitkijken geblazen - de witte kleur is vaak grijzig of helemaal donker geworden.
De Ruwe berk komt ook, als zaadje aangewaaid, in tuinen voor, de Zachte berk vind je vooral in de buurt van water.
Kenmerkend voor berken is de stam die bedekt is met een witte, vaak gebarsten leerachtige kurklaag. Deze laag vernieuwt zich voortdurend, de oude laag komt in lange banen los van de stam. In oude tijden werden deze repen, die zeer sterk zijn, voor tal van dingen zoals bijvoorbeeld dakbedekking, kano&prme;s of schoeisel gebruikt.
Onder de schors bevindt zich het geneeskrachtige berkensap.
Berken dragen katjes. Deze zijn eenhuizig. De mannelijke katjes zijn langer dan de vrouwelijke katjes en hangen aan het eind van de twijgen. Ze hebben 2 meeldraden met elk 2 vrije helmhokjes. De vrouwelijke katjes staan aanvankelijk rechtop in de oksels van schutblaadjes. Ze staan zij aan zij met de blaadjes aan de twijgen. Later gaan ook de vrouwelijke katjes hangen.
De berk produceert heel veel kleine vruchtjes. Deze zijn gevleugeld. De vruchtjes liggen tussen katjesschubben die tegelijk met de vruchtjes afvallen. De grond ligt er soms bezaaid mee!
Kenmerken van het geslacht Berken (Betula) waartoe Zachte berk behoort.
Kenmerkend voor de berk is de witte bast. Bij ouderdom ontstaan horizontale banden.
Berken komen vooral voor in de koude, noordelijke streken, zelfs tot aan de noordpoolcirkel. De sapstroom van berken bevat veel suikers, dit beschermt de bomen tegen de extreme koude.
In de natuur tref je voornamelijk de Ruwe berk (Betula pendula) en de Zachte berk (B. pubescens) aan. In stedelijk gebied worden hoofdzakelijk de Zwarte berk (B. nigra) (bast donker), de Papierberk B. papyfera, de Himalayaberk (B. utilis) en de Goudberk (B. Ermanii) aangeplant. De laatste 3 hebben een extreem witte schors.
Blad kenmerken berken: bladrand dubbel gezaagd, bladvoet hartvormig. Merg van de 2-jarige twijgen in verse toestand groen. Merg op dwarsdoorsnede afgeplat. Twijg ook op uiteinde rond. Bladsteel tot 3 cm lang. Knoppen zittend.
De vruchtdragende katjes zijn over de gehele lengte min of meer even breed. Ze zijn alleenstaand.
Paddestoelen bij berk
Algemeen
Omdat paddestoelen geen bladgroen hebben, maken ze geen suikers aan. In plaats daarvan halen ze de suikers uit planten- en boomwortels. In ruil daarvoor leveren de schimmeldraden van de paddestoelen mineralen als stikstof en fosfor uit de bodem aan de boom. De paddestoelen kunnen zelfs indien nodig soms stoffen leveren die als insecticide dienst doen om bladvraat door insecten tegen te gaan. Al op zeer jonge leeftijd kan een haarwortel van de boom in contact komen met een schimmeldraadje. Er wordt dan een verbindingskanaaltje gevormd om de voedingsstoffen uit te wisselen. Aangezien de wortels van vooral oude bomen vaak ver reiken, staan de paddestoelen vaak op flinke afstand van de boomstam.
Veel paddestoelen zijn nogal kieskeurig bij de keuze van een partner, ze komen uitsluitend bij èèn bepaalde boomsoort voor. Andere maakt het niet zoveel uit en je vindt ze bij meerdere soorten bomen.
Behalve deze nuttige bondgenoten zijn er ook de parasitaire schimmels. Ze vestigen zich op zieke of zwakke bomen en luiden daarmee het einde van de boom in.
In symbiose met de berk levende paddestoelen-
De rijk aan suikers zijnde berk is een geliefde partner voor veel paddestoelen. Exclusief bij de berk vind je bijvoorbeeld de Berkenridderzwam, Berkenrussula, Gele berkenrussula, Berkenboleet en Oranje boleet.
Ook bij de berk, maar niet exclusief, vind je de waarschijnlijk bekendste paddestoel van ons land, de Vliegenzwam, de "rood met witte stippen" - een giftige, hallucinaties opwekkende paddestoel. De aanwezigheid van kaboutertjes en heksen is vermoedelijk te danken aan deze hallucinerende werking van de paddestoel.
Parasitaire paddestoelen op berk
Op zwakke berken verschijnt al spoedig de Berkenzwam die bruinrot veroorzaakt wat het einde van de boom betekent. Daarnaast is er nog een heel scala aan parasitair levende zwammen te vinden op de berk.