Klik op de afbeelding voor vergrote weergave met beschrijvende tekst
Witte abeel (Populus alba)
De Witte abeel is vooral in het najaar, wanneer de bladeren omkrullen en de witte, zilverachtig glanzende onderzijde zichtbaar wordt, een prachtige boom. Zeker in de duinen, waar weinig rode herfsttinten te vinden zijn, steelt deze zilveren verschijning de show. Een andere benaming voor deze boom is Zilverpopulier.
Behalve de zilveren onderzijde van de blaadjes is ook het zwarte ruitjespatroon op de grijswitte stam een karakteristiek kenmerk. Het patroon begint enkele meters boven de grond. Dit in tegenstelling tot het gelijkende patroon van de Ratelpopulier. De schors is aanvankelijk glad en grijswit gekleurd, bij het ouder worden verkleurt de schors aan de voet van de boom naar zwart en wordt ook ruw, verder op de stam wordt de schors vlekkerig.
De bladstelen van de abelen zijn rond. Het blad aan korte takken heeft een andere vorm dan het blad aan de langere takken. De bladeren aan de langere takken zijn tot 12 cm lang en 10 cm breed, drie- tot vijflobbig en grof getand. De bladeren aan de kortere takken en aan de voet van langere takken zijn 4-7 cm lang en 3-4 cm breed, eirond en onregelmatig, gegolfd getand. De onderzijde van de bladeren is viltig behaard. De bovenzijde van het jonge blad is grijsgroen, bij het ouder worden kleurt het blad donkergroen.
De abeel behoort tot de wilgenfamilie. De mannelijke katjes zijn 4-8 cm lang, karmozijnrood en grijs behaard. De vrouwelijke katjes zijn bleekgroen en groenachtig geel. De katjesschubben zijn zwak ingesneden en gewimperd. Er zijn 6-10 meeldraden, de vier stempels zijn geel tot roze gekleurd.
Er zijn relatief weinig mannelijke bomen.
De Grauwe abeel, die een bastaard is van de Esp (Ratelpopulier) en de Witte abeel, heeft aan de lange takken geen handvormig gelobde bladen, maar grof getande of gegolfde. Jonge bladen van de Grauwe abeel zijn grijsviltig, oud blad wordt snel kaal. Er zijn ook weer tussenvormen van de twee. De stam is grijswit met een netvormige tekening.
Kenmerken van het geslacht Populier (Populus) waartoe Witte abeel behoort.
De populier behoort tot de wilgenfamilie. Verschil is dat de katjes van de wilg zittend aan de twijg zitten, de katjes van de populier hangen als een lange sliert naar beneden.
Er zijn tal van populiersoorten: o.a. Ratelpopulier of Esp, Canadese populier, Zwarte populier, Italiaanse populier, Amerikaanse populier, Witte abeel.
Lijkt de stam qua kleur wat op een berk, maar met een andere tekening dan komen de Witte abeel, Grauwe abeel en Ratelpopulier in aanmerking. De lichte kleur begint soms pas enkele meters boven de grond.
Blad aan de onderzijde wit of grijsviltig, de wittige bast zit enkele meters boven de grond en heeft ook een ruitjespatroon ==> Witte abeel
De Ratelpopulier is vanaf de grond wittig. De bast heeft ruitvormige putjes. Het blad van de ratelpopulier is grof gekarteld blad, eerstgevormde bladen en blad van zaailingen zijn eirond. Volwassen blad is cirkel- of breed eirond, blad zonder spitse punt.
De Grauwe abeel is een kruising van bovengenoemde twee. De bast is vanaf de grond meer groengrijs dan witgrijs. Bij het ouder worden krijgt de bast een tekening van zwarte groeven en strepen. Waar de takken afbreken of afgezaagd worden ontstaan zwarte vlekken die met de omringende, zwarte tekening aan een oog doet denken - het is dan alsof de boom je met talrijke ogen volgt.
Het blad is aan de onderzijde niet viltig.
De overige veel voorkomende populieren zijn de Zwarte, de Canada- en de Amerikaanse populier.
Het zijn hoge, rechte bomen zonder kroon. De stam is vanaf enkele meters boven de grond grijs, glad en glanzend. Het blad is driehoekig tot ruitvormig. De bladsteel is afgeplat, zodat de bladeren opvallend ritselen in de wind.
De Zwarte populier (P.nigra var nigra) is een inheemse boomsoort. Ze kwam oorspronkelijk veel voor in zachthoutooibossen (bossen die voorkomen langs dynamische rivieren en geregeld overstromen), maar is inmiddels zeldzaam. Wel wordt de soort weer veel aangeplant, vaak in combinatie met de Canada-populier (P. xcanadensis), wat een kruising is van de Zwarte populier en de Amerikaanse populier (P. deltiodes).
Beide soorten lijken erg op elkaar. Om ze te onderscheiden van elkaar moet je naar de bladvorm kijken (ruitvormig - driehoekig), de aanwezigheid van bladklieren aan de bladvoet en de plaatsing van de onderste zijnerven (beginnend bij de bladvoet of iets daarboven). Ook heeft de Zwarte populier ronde twijgen, de Canadese meer hoekige.
Behalve deze twee wordt ook de Italiaanse populier (P. nigra var Italica) veel aangeplant. Deze soort herken je aan de opgerichte takken (ze staan in een kleine hoek ten opzichte van de stam) en de smalle, cilindervormige kroon.