Klik op de afbeelding voor vergrote weergave met beschrijvende tekst
Wilde reseda (Reseda lutea)
De Wilde reseda is een echte duinplant, maar groeit elders in het land ook langs spoordijken en in bermen. Ze bloeit in een tros van groenachtig witte of groengele bloemen. De bloemen worden druk bezocht door bijen. De plant kan tot een halve meter hoog worden. De grotere planten zijn vanaf de voet sterk vertakt.
De bloemtrossen zijn kegelvormig. Elke bloem heeft 6 kelkslipppen en 6 gespleten kroonblaadjes (soms ook 4 of 5 van beide). De kroonblaadjes hebben een nageltje dat dienst doet als honingbakje. Er zijn 12 tot 24 meeldraden.
De zaaddozen zijn 3-6-hoekig en aan de bovenzijde open.
Het blad is in drieën of zelfs in vieren gespleten, de onderste bladen zijn soms enkelvoudig.
De gelijkende Wouw (R. luteola) is weinig vertakt en heeft smalle, gave, flauw gegolfde bladen.
Kenmerken van het geslacht Reseda (Reseda) waartoe Wilde reseda behoort.
Bloemen min of meer scheef, doordat de meeldraden op de binnenzijde van een aan de achterkant bredere schijf of ring zijn geplaatst. Bloembladen geel of groenachtig. Kelk groen, + een kroon van 4,5 of6 bloembladen, soms met tot franje ingesneden randen. Talrijke meeldraden;