Klik op de afbeelding voor vergrote weergave met beschrijvende tekst
Soldaatje (Orchis militaris)
De bloemen bloeien van beneden naar boven, er zijn dus geen gesloten bloemen aan de voet van de aar. De helm bestaat uit alle vijf de blaadjes, de buitenzijde is lichtroze, de binnenzijde is paarsig gestreept. De onderlip is langgerekt, variabel. De middenslip is aan de voet bijna even smal als de zijslippen, maar aan de top plotseling verbreed. De zijslippen zijn niet naar boven gekromd. Op de lichtrode lip zitten purperkleurige haarbundeltjes. De Orchis militaris verspreidt een lekkere geur.
Kenmerken van het geslacht Standelkruid (Orchis) waartoe Soldaatje behoort.
De Standelkruiden hebben een duidelijk spoor aan de achterzijde van de onderlip. De onderlip is breed, aan het einde duidelijk ingesneden, vaak in 3 slippen. De slippen zijn niet lang en dun zoals bij de Bokkenorchis of Poppenorchis. Er zijn geen tandjes of slipjes op de onderlip, zoals bij het Hondskruid. De aren zijn breed, de spoor is dik, kegel- of knotsvormig en niet langer dan het vruchtbeginsel (het vruchtbeginsel lijkt op een bloemsteel).
Bij de bloei verwelkt een van de twee knollen, de ander richt zich op de volgende bloei. Dit noemt men wisselknollen.
De zaden zijn zeer talrijk en klein en kunnen alleen kiemen met behulp van een schimmel (mycorrhiza - vergelijk ook paddestoelen).