Schaduwgras

Klik op de afbeelding voor vergrote weergave met beschrijvende tekst

Schaduwgras (Poa nemoralis)

Schaduwgras herken je aan de bladen die alle in een hoek van 60 graden afstaan. Er zijn geen lange uitlopers. De stengel is rond. Te vinden op vochtige, beschaduwde plaatsen in het bos.
De onderste takken van de pluim staan met 3-5 bijeen aan de stengel.
De nerven op het onderste kroonkafje zijn nauwelijks te zien.
De bladschede is korter dan de stengelleden. Het tongetje is zeer kort, afgeknot tot bijna ontbrekend. De stengel staat rechtop. De aartjes zijn vrij klein. Zeer veriabele plant.
Kenmerken van het geslacht Beemdgras  (Poa) waartoe Schaduwgras behoort.

Pluimgrassen met meerbloemige aartjes. Kenmerkend voor Poa-grassen is het ′skispoor′ rond de middennerf van het blad.
Kelkkafjes korter dan de kroonkafjes.
Stengel tot aan het midden of nog verder met knopen.
Spil van de aartjes en onderste kroonkafje onbehaard of kortbehaard. Stempels niet gekleurd.
Onderste kroonkafje met gekielde rug.
Onderste kroonkafje zonder stekelige punt of kafnaald.
Aartjes 3-7 bloemig, eirond of elliptisch. De kroonkafjes vallen met de leden van de spil af. Takken van de pluim in 2 rijen. Tongetje vliezig of ontbrekend.

SPECIFICATIES - schaduwgras
familieGrassenfamilie (Gramineeën of Poaceae)
info familieGrassen zijn éénjarige of overblijvende planten. De overblijvende planten vormen zoden of hebben lange, kruipende wortelstokken.
De stengel is meestal hol en rond, op de knopen zitten tussenschotjes.
De bladen zijn afwisselend geplaatst en hebben een schede die over een grote lengte de halm omsluit en vaak open is. Op de grens van de bladschede en de bladschijf bevindt zich een vliesje, het tongetje. De bloemen zijn meestal tweeslachtig.

Elk bloempje is omgeven door twee schutblaadjes, de kroonkafjes. Meerdere bloempjes bij elkaar vormen een aartje (bloempakje). Aan de voet van dit aartje zitten vaak twee schutblaadjes, deze worden kelkkafjes genoemd. Op de kroon- en kelkkafjes zit vaak een lang uitsteeksel, de kafnaald. Deze kleine aartjes van meerdere bloempjes vormen samen dan weer een aar, een aarpluim of een pluim.

Bij een aar (Aargrassen) zijn de kleine aartjes (bloempakjes) ongesteeld of zeer kort gesteeld. Ze zitten daardoor stijf tegen de stengel gedrukt.
Bij aarpluimgrassen zitten de kleine aartjes op korte steeltjes. De bloeiwijze lijkt dan op een aar, maar als je de kleine aartjes opzij buigt, zie je dat er een kort steeltjes is.
De pluimgrassen hebben zwierige zijtakken die zelf vaak ook weer vertakt zijn.


De vrucht, graankorrel, bevat 1 zaad.

Grassen zijn windbloeiers, d.w.z. ze laten hun stuifmeel verspreiden door de wind.

Uit dit hele verhaal begrijp je waarschijnlijk al dat het determineren van grassen niet eenvoudig is. Kijk o.a naar de volgende punten:
- heeft het gras lange wortelstokken of is het zodenvormend?
- vormt het gras een aar, een aarpluim of een pluim?
- bevinden zich op elke tand 1 of meerdere aartjes ?
- zitten er in het aartje meerdere volkomen bloemen, d.w.z. bloemen met stamper en meeldraden, of is er slechts 1 volkomen bloem en zijn de andere bloempjes in het aartje mannelijk?
- Is er een kafnaald? Is deze lang of kort? Geknikt?
- Zijn er 1 of meerdere kelkkafjes?
- Steken de bloemen boven de kelkkafjes uit?
- Hoe ziet het tongetje eruit?
- Is de bladschede gesloten of geopend?
- Hoe ziet het blad eruit?
naam schaduwgras (Poa nemoralis)
waar algemeen gras in bossen op vochtige, beschaduwde plaatsen
bloei juni-juli, soms augustus, september
kleur stempels kleurloos
blad smal, slap, borstelvormig
vrucht graanvrucht