Klik op de afbeelding voor vergrote weergave met beschrijvende tekst
Reuzenbalsemien (Impatiens glandulifera)
De plant is afkomstig uit de Himalaya. Van oorsprong een sierplant, maar veelal verwilderd.
De bladeren bevatten extraflorale nectar.
De reuzenbalsemien valt op door de grote, rozerode tot witte bloemen die in trossen in de oksels van de bovenste bladeren zitten. De vijf kroonbladen vormen samen een soort van hoedje.
De bovenste bladeren lijken bijna in een krans te staan. De stengel is dik en vaak sterk vertakt. De plant kan tot 2 m hoog worden. Bij aanraking verspreidt de plant een zoete geur door de gesteelde klieren op bladen, bladstelen en stengelknopen. De naam Balsemien hangt samen met "balsemen" (Grieks: balsamon=balsemstruik; Arabisch: balsam=welriekende geur).
Kenmerken van het geslacht Impatiens (Impatiens) waartoe Reuzenbalsemien behoort.
-