Klik op de afbeelding voor vergrote weergave met beschrijvende tekst
Purperorchis (Orchis purpurea)
Bloemhelm roze met donkerpaarse vlekjes. Bloemlip wit of bleekroze, lengte 1,5 cm. Op de lip bevinden zich purperkleurige haartjes. Middenslip breed en in het midden vaak gespleten. Bloeit in een dichte aar. Kleine schutblaadjes.
Kenmerken van het geslacht Standelkruid (Orchis) waartoe Purperorchis behoort.
De Standelkruiden hebben een duidelijk spoor aan de achterzijde van de onderlip. De onderlip is breed, aan het einde duidelijk ingesneden, vaak in 3 slippen. De slippen zijn niet lang en dun zoals bij de Bokkenorchis of Poppenorchis. Er zijn geen tandjes of slipjes op de onderlip, zoals bij het Hondskruid. De aren zijn breed, de spoor is dik, kegel- of knotsvormig en niet langer dan het vruchtbeginsel (het vruchtbeginsel lijkt op een bloemsteel).
Bij de bloei verwelkt een van de twee knollen, de ander richt zich op de volgende bloei. Dit noemt men wisselknollen.
De zaden zijn zeer talrijk en klein en kunnen alleen kiemen met behulp van een schimmel (mycorrhiza - vergelijk ook paddestoelen).