Klik op de afbeelding voor vergrote weergave met beschrijvende tekst
Moeraswespenorchis (Epipactis palustris)
Het voorste deel van de lip is rond, stomp, vlak, gekarteld en beweeglijk, wippend met het achterstuk verbonden. Het achterste deel van de lip heeft aan weerszijden een kort-driehoekige lob.
Het blad is tamelijk smal en lang en heeft dikke nerven.
De buitenste bloemdekblaadjes zijn bruinachtig-groen van kleur, de binnenste rood-wit. De lip is wit, roodgestreept.
Kenmerken van het geslacht Wespenorchis (Epipachis) waartoe Moeraswespenorchis behoort.
Wespen bezoeken de bloemen van dit geslacht graag. Wespenorchissen hebben geen spoor. De lip bestaat uit 2 delen. Het achterste deel vormt een soort kommetje, hierin wordt honing opgeslagen. Het voorste deel doet dienst als landingsplatform voor de wespen. Een smalle opening geeft toegang tot de honing.
Het helmknopje staat grotendeels vrij aan de top van de stempelzuil.
Doordat het snaveltje weinig ontwikkeld is, kan er ook zelfbestuiving plaatsvinden: de stuifmeelklompjes kunnen doorzakken op de stempel.
De bloemtrossen zijn naar één zijde gericht, knikkend of overhangend. De bloemen staan op een gedraaid steeltje.