Klik op de afbeelding voor vergrote weergave met beschrijvende tekst
Moerasandoorn (Stachys palustris)
De Moerasandoorn is een hoge plant met een dichte, paarsrode bloemtros. Het blad is langwerpig en ongesteeld (behalve het onderste blad). Moerasandoorn groeit langs rivieroevers, in moerassen, tussen hoog riet en in vochtige bossen.
Zie ook info hieronder onder Specificaties.
Kenmerken van het geslacht Andoorn (Stachys) waartoe Moerasandoorn behoort.
Planten uit het geslacht Andoorn hebben gezaagde blaadjes.
Er zijn telkens meer dan 2 bloemen boven een bladpaar (vergelijk Glidkruid met telkens 2 bloemen)
De bloemen hebben een duidelijke onder- en bovenlip.
De bloemen zijn rood tot paars.
Er zit geen pluis tussen bloemkransen.
Er zijn 4 meeldraden.
De 5 kelktanden zijn ongeveer gelijk van grootte.
De bloemtrossen hebben geen steeltje.
De bloemen zijn vrij groot.
De onderlip heeft geen tandje of knobbeltje achter de beide insnijdingen (vergelijk de Hennepnetel en Dovenetel).
Andoorn met paarse of rode bloemen: akkerandoorn, moerasandoorn, bosandoorn.
De akkerandoorn heeft kleine bloemen en blaadjes, hele plant 10 tot 30 cm hoog.
De beide andere soorten zijn hoge planten met langwerpige of pyramidale bloemtrossen.
De Moerasandoorn heeft langwerpige, ongesteelde bladen en groeit, zoals de naam al doet vermoeden, langs rivieroevers en in moerassen. Ook kom je de plant tegen in hoog riet of in vochtige bossen. De bloemen zijn paarsrood.
De Bosandoorn heeft lang gesteelde, brede bladen. De bloemen zijn donkerrood. De bloem heeft een erg mooi honingmerk. Deze andoorn komt veel voor in de bossen.