Kraaihei (Empetrum nigrum)

Waar hele hordes afreizen naar de bloeiende struikhei in augustus en september, reizen slechts weinigen af naar de al dan niet bloeiende kraaihei. Een gemis, want de kraaihei als onderbegroeiing in grove-dennenbossen levert een betoverend mooi plaatje wanneer het zonlicht tussen de bomen door zilverachtig weerkaatst op het blad. In bloei vormt de kraaihei een rozerood tapijt aan de voet van de statige dennen. De mannelijke planten hebben opvallend uitstekende meeldraden - zo kan het stuifmeel door de wind worden verspreid. De vrouwelijke planten hebben kleine bloemen in de bladoksels.
De kraaihei groeit op arme, zanderige grond, vaak onder een vliegden in een zandverstuiving, onder de jeneverbes of in bossen met grove dennen.

Het blad van de kraaiheide is sterk omgerold, zodat het lijkt alsof het blad rond is met een witte streep daar waar de bladranden zitten. De bloemen zitten in de bladoksels en zijn roze of donkerpaars. De plant is meestal tweehuizig. De vrucht lijkt op een klein appeltje en wordt bij rijping zwart. Kraaien zijn er dol op, evenals hoenderachtige vogels en wulpen. Deze vogels zorgen zo voor de verspreiding van de zaden.

En ook belangrijk - kraaihei bloeit in het voorjaar!