Eenjarig onkruid dat zich razendsnel verspreidt. De plant is bedekt met kleverige, kliervormige haartjes. De kleine gele bloemhoofdjes staan in groepen bijeen. Ze bestaan uit dofgele schijfbloempjes en (13) gele lintboempjes. De lintbloempjes krullen al snel om en verwelken als eerste.
Kleverig kruiskruid behoort tot de pioniervegetatie op droge voedselarme basische, oppervlakkig geroerde bodem en op droge matig voedselrijke bodem, o.a. langs spoorwegen, op braakliggend terrein of in de berm, maar ook wel in de duinen
Kenmerken van het geslacht Kruiskruid (Senecio) waartoe Kleverig kruiskruid behoort.
De naam Senecio komt van het Latijnse woord voor Grijsaard. Dit slaat op het witte pluis.
Er zijn diverse kruiskruiden.
In de duinen tref je vooral het duinkruiskruid aan. Dit is een ondersoort van het Jacobskruiskruid. Het verschil zit in de lintbloemen (straalbloemen) - het duinkruiskruid heeft alleen buisbloemen. Hierdoor lijkt het op het boerenwormkruid. De laatste heeft echter een meer varenachtig blad.
Het kleverig kruiskruid heeft lintbloemen en de stengel, bladeren en omwindselblaadjes zijn, zoals de naam al doet vermoeden, kleverig. Deze soort lijkt weer op het boskruiskruid, maar die laatste is dan weer niet kleverig.
Het blad van het moeraskruiskruid is grijsgroen viltig aan de onderzijde en het is lijnlancetvormig met zaagtandjes.
Alles over de verschillende kruiskruidsoorten kun je vinden op
Soortenbank - kruiskruid.
Kruiskruid is bijzonder giftig voor dieren. De enige die hier zijn voordeel mee doet is de rups van de Sint_Jacobsvlinder, voor wie het Jacobskruiskruid de waardplant is: door het gif in zijn lijf wordt de rups onaantrekkelijk om gegeten te worden. De rups is door zijn ′zebrastrepen′ gemakkelijk te herkennen.