Klik op de afbeelding voor vergrote weergave met beschrijvende tekst
Kleine morgenster (Tragopogon pratensis)
Tragopogon pratensis ssp. minor
De omwindselblaadjes van de Kleine Morgenster steken ver buiten de bloemblaadjes uit. Het maakt de Kleine Morgenster een sierlijke plant. Bij de Gele Morgenster zijn ze ongeveer even lang. De Gele Morgenster groeit langs het spoor en rivierdijken. De meer oranjegele, grotere variant met kortere omwindselblaadjes is de Oosterse Morgenster, deze groeit langs de rivieren. Er is ook een blauwe variant.
De Morgensterren zijn gemakkelijk te onderscheiden van andere Composieten door de zwarte helmknopjes. De bloemen gaan alleen bij zonneschijn open en dan nog alleen in de ochtend.
De grote pluizenbol is goudkleurig.
Kenmerken van het geslacht Morgenster (Tragopodon) waartoe Kleine morgenster behoort.
Men onderscheidt de Bleekgele, Gele, Oosterse en Paarse Morgenster. De Kleine morgenster is een subsoort van de Gele morgenster. De Kleine morgenster vind je vooral in de duinen.
De bloemstelen van de morgensterren zijn naar boven toe iets verdikt. De stijlen zijn geel. De omwindselbladen zijn korter tot langer dan de bloemen, hieraan kun je de verschillende soorten herkennen (ver uitstekend bij de Kleine, ongeveer even lang of iets korter bij de Gele). De lintlboemen zijn lichtgeel tot oranjegeel. Het blad is grasachtig smal en lang. Bloeitijd: mei tot jul