Klik op de afbeelding voor vergrote weergave met beschrijvende tekst
Klein streepzaad (Crepis tectorum)
Ook wel Dakstreepzaad genoemd. Klein streepzaad groeit meestal in een rozet van kleine, paardenbloemachtige blaadjes waaruit de ijle stengels opschieten. Het stengeltje is vertakt en heeft enkele blaadjes. Deze middelste blaadjes maken dat je het klein streepzaad gemakkelijk kunt herkennen: een smal blad met twee smalle slipjes aan de voet, die de stengel omvatten; de bladrand is vaak omgekruld. De omwindselblaadjes staan ietsje uit en zijn van binnen behaard.
Zijn de omwindselblaadjes van binnen kaal en de vruchtjes grijs - zwart en onder de haarkroon stomp, de bloemen lichtgeel en klein (1-1,5 cm) dan heb je te maken met Groen Streepzaad (Crepis Capillaris.)
Zijn de omwindselblaadjes van binnen kaal en de vruchtjes grijs - zwart en onder de haarkroon stomp, de bloemen lichtgeel en klein (1-1,5 cm) dan heb je te maken met Groen Streepzaad (Crepis Capillaris.)
Kenmerken van het geslacht Streepzaad (Crepis) waartoe Klein streepzaad behoort.
Geen prikkende delen aan de plant
Heldergele bloemen Bovenste en middelste bladen met oortjes
Omwindsel tweemaal zo lang breed. Drie of meer rijen bloempjes
Randen van de bladen of bladslippen gaaf
Geen prikkende delen aan de plant
Heldergele bloemen Bovenste en middelste bladen met oortjes
Omwindsel tweemaal zo lang breed. Drie of meer rijen bloempjes
Randen van de bladen of bladslippen gaaf
| familie | Composietenfamilie (Compositae of Asteraceae:) |
| info familie | De Composietenfamilie is op de Orchideeënfamilie na de grootste plantenfamilie. Meer dan een tiende deel van onze inlandse soorten behoren tot deze groep. Kenmerkend voor deze familie is de samenstelling van de bloem: elke ′bloem′ bestaat uit een aantal kleine bloempjes. Die kleine bloempjes hebben niet ieder een eigen kelk, maar ze worden bijeengehouden door een korfje of omwindsel van blaadjes. Zie voor meer informatie over deze familie Infoteksten/gele composieten elders op deze site. |
| naam | klein_streepzaad (Crepis tectorum) |
| waar | zandgrond, puinhopen en oude muren, veel in de duinen |
| bloei | mei - oktober |
| kleur | geel |
| blad | gaaf of met grote, kromme tanden; middelste smal met twee slippen |
| vrucht | rode vrucht, later zwart met kort snaveltje |