Klik op de afbeelding voor vergrote weergave met beschrijvende tekst
Kerstroos (Helleborus)
De enige Helleborussen die tot de stinzenplanten worden gerekend zijn Helleborus viridis (Wrangwortel) en Helleborus foetidus (Stinkend nieskruid).
Helleborus wordt ook wel aangeduid als Kerstroos, Winterroos of Lenteroos.
Helleborus argutifolius is een van de meest voorkomende Helleborussen. Te herkennen aan het opvallend grijsgroene, getande, leerachtige blad.
Stinkend nieskruid (H. foetidus) heeft diep ingesneden bladeren die eveneens grijsgroen zijn. De bloemen zijn bijna groen met een rood randje. Stinkend nieskruid bloeit al vanaf januari en blijft lang doorbloeien.
Helleborus niger (Kerstroos) is kleiner dan de vorige twee. De bladen zijn vrij groot, lancetvormig en delen zich al aan de voet van de plant. De bloemen zijn vrij groot en wit met opvallend gele meeldraden. De plant bloeit van januari tot april.
Helleborus orientalis (Oosters nieskruid) heeft in de wilde vorm groene (soms witte of roze) bloemen. Gekweekt zijn er tal van variaties.
Kenmerken van het geslacht Nieskruid (Helleborus) waartoe Kerstroos behoort.
Het geslacht Helleborus behoort tot de kruidachtige planten. Het blad is samengesteld of diep ingesneden en staat waaiervormig uit. De bloemen zijn groot en opvallend en veelzijdig symmetrisch. Er is geen spoor. De bladen komen rechtstreeks uit de grond, het zijn dus wortelbladen. Deze wortelbladen hebben meer dan 3 diepe insnijdingen. Vergelijk de Winterakoniet met wortelblad met drie ondiepe insnijdingen. De grote bloemen hebben een 5- tot 7-tallige, in de regel bloemkroonachtig gekleurde kelk en vele kleine, honingbakvormige kroonblaadjes.