Klik op de afbeelding voor vergrote weergave met beschrijvende tekst
Gewone veldbies (Luzula campestris)
De Gewone veldbies heeft grasachtig blad met lange, slappe haren. Het blad groeit direct vanuit de wortels.
De bloemen van de Gewone veldbies staan in bolvormige tot langwerpige hoofdjes, er zijn vaak meer dan 10 bloemetjes. De hoofdjes zijn deels gesteeld, deels zittend. De stelen met hoofdjes vormen een schermachtige bloeiwijze. De steel heeft geen knopen, hierin verschilt de steel van de stelen van grassen.
De bloemen zijn verkleinde leliebloemen. Ze zijn drietallig en hebben 2x3 bruine bloemdekbladen van een paar mm groot. Binnen de bloemdekbladen staan 6 meeldraden in 2 kransen van 3.
De helmknoppen zijn 1-2 mm lang, geel, 2-5x zo lang als de korte helmdraden.
Het vruchtbeginsel is bovenstandig en heeft een stijl met 3 stempels. De bloemdekbladen zijn langer dan de doosvrucht.
Het zaad is bolvormig en heeft daarbij een aanhangsel dat minstens een kwart langer is dan het zaad.
De Gewone veldbies is een zodevormende plant met korte wortelstokken.
Kenmerken van het geslacht veldbies (Luzula) waartoe Gewone veldbies behoort.
Het blad van de Veldbies is lang wit gewimperd, vlak, grasachtig.
De doosvrucht is 3-zadig.