Kenmerken van het geslacht Teunisbloem (Oenothera) waartoe Gestreepte teunisbloem behoort.
Kenmerkend voor de Teunisbloem zijn de grote, gele bloemen. Ze openen zich pas tegen de avond en worden dan druk bezocht door avond- en nachtvlinders. Het stuifmeel is draderig.
Er zijn 4 kelk- en kroonbladen en 8 meeldraden. De doosvrucht opent met 4 kleppen.
Natuurlijk zijn er weer verschillende soorten en allerlei bastaarden Teunisbloem. Het onderscheid is niet altijd even eenvoudig te zien.
Kijk als eerste naar de lengte van de stijl ten opzichte van de meeldraden. Is deze korter of langer dan de meeldraden?
Andere belangrijke punten zijn
- de al dan niet aanwezige rode vlekken en strepen op de stengel,
- de al dan niet roodgestreepte kelkbladen,
- de kleur van de knobbeltjes waar de haren op staan,
- de lengte van de kroonbladen en de structuur van het rozetblad.
Lengte van de stijlen
- De stijl is langer dan de meeldraden, de stempels staan dan ook duidelijk boven de helmknoppen. Het kroonblad is groot, 30-50 cm lang.
-Met groene kelkbladeren en rechte haren op een groene stengel en groene bloeiwijzeas kom je dan uit bij de Bleke teunisbloem.
-Met rood gestreepte kelkbladeren, rechte haren op rode knobbels op de stengels en een dicht met klierharen bezette kelkbuis, vruchtbeginsel en jonge vrucht kom je uit bij de Grote teunnisbloem
- De stijl steekt niet boven de helmhokjes uit, de stempellobben liggen tussen of onder de helmknopjes.
Kelktopspitsje
En dan wordt het moeilijk. Heukels kijkt nu naar de spitsjes van de kelktop. Zijn deze relatief smal ten opzichte van de breedte van het kelkblad (< 3x breedte blad) of zijn ze relatief breed (> 3x breedte blad)? Een kleine illustratie is hier op zijn plek, lijkt me.
Een smal kelktopspitsje en vruchtbeginsels en jonge vruchten met veel klierharen en verspreid afstaande rechte haren brengt je bij
- Gestreepte teunisbloem
- Middelste teunisbloem
Gestreepte teunisbloem | Middelste teunisbloem |
kroonbladen 25-35 mm lang | kroonbladen 6-30 mm lang | |
kelkbladen rood gestreept | kelkbladen alleen <20 mm rood gestreept | |
stengelbladen niet vlak, rand ondulerend of gerimpeld | stengelbladen vlak | |
Een breed kelktopspitsje brengt je bij
- Duinteunisbloem
- Zandteunisbloem
Duinteunisbloem | Zandteunisbloem |
vruchtbeginsel en jonge vruchten dicht behaard met enkelvoudige haren | vruchtbeginsel en jonge vruchten spaarzaam behaard met enkelvoudige haren | |
vruchtbeginsel en jonge vruchten klierharen afwezig of niet te zien | vruchtbeginsel en jonge vruchten klierharen duidelijk zichtbaar | |
stengel groen, rechte haren op rode knobbels | stengel groen, rechte haren op groene knobbels | |
kelkbladen groen, later rood | kelkbladen groen | |
blad grijsgroen, met witte of roze middennerf | blad met rode middennerf | |
kelktopspitsjes 2-3 mm lang | kelktopspitsjes meer dan 2x zo lang als hun tussenruimte | |
bloeiwijze gebogen | bloeiwijze rechtopstaand | |
rozetbladen in het midden het breedst, vlak, bij de zijnerven van onderen niet uitspringend | rozetbladen boven het midden het breedst, opbollend tussen de zijnerven | |
rozetbladen aangedrukt behaard | rozetbladen afstaand behaard | |
De teunisbloemen volgens Heimans in 1965
Bloemknoppen zonder kelkbuis duidelijk kegelvormig. Kroonbladen langer dan 3 cm en veel langer dan de meeldraden ==> Grote teunisbloem
Bloemknoppen zonder kelkbuis cilindervormig.
Meeldraden korter dan de 2 cm lange kroonbladen, in de geopende bloem omlaag gebogen ==> Teunisbloem
Meeldraden even lang als de meestal nog geen 2 cm lange kroonbladen. Haren op donkere knopjes ==> Kleine teunisbloem.
Deze Kleine teunisbloem is de huidige Duinteunisbloem.
En dan noemt Heimans als ondersoort van de Kleine teunisbloem nog de Zandteunisbloem, met als kenmerk onregelmatige, wijnrode vlekken op de stengels, knoppen en jpnge vruchten.