De Egelantier - de roos van hemelse en aardse liefde, de roos van dichters in romantische prieeltjes omgeven door de rozerode bloemen en de geur van zure appeltjes.
Het blad van de Egelantier is meestal 5- tot 7-tallig. De onderzijde is bedekt met kort gesteelde kliertjes die, als je erover wrijft, de geur van zure appels afgeven. Ook de bloemstelen zijn bezet met zulke kliertjes.
De stekels zijn sterk gekromd en hebben een brede, schijfvormige voet, aan jonge loten komen ook wel rechte stekels voor.
De bloemen zijn rozerood.
De stijlen zijn kort, behaard, niet met elkaar vergroeid en ze steken een weinig boven de bekerrand uit.
De buitenste kelkslippen zijn duidelijk diep ingesneden. De kelkslippen staan rechtop en vallen niet af. *
*
De Egelantier kent een aantal soorten en hybriden. Zo zijn daar de Kleinbloemige roos (R. micrantha), de Egelantier (R. rubiginosa), de Kraagroos (R. agrestis), de Wigbladige roos (R. elliptica). Binnen de Egelantiergroep vormen de Viltrozen en de Hondsrozen weer een aparte groep met soorten en hybriden. De stand van de kelkbladen op de bottels is een belangrijk kenmerk.
Al met al een hele puzzel dus. In
Gorteria 35, tijdschrift voor wilde flora, worden de wilde rozen van Nederland beschreven en tevens is een determinatiesleutel opgenomen.
De Egelantier(-groep_ wordt veel in de duinen gevonden, evenals de Hondsroos(-groep). Om de beide als groep van elkaar te onderscheiden is het voldoende om een vers blaadje tussen de vingers fijn te wrijven en te ruiken of de geur van zure appeltjes vrijkomt. Bij uitgebloeide rozen is het bepalend of de kelkbladen voor de rijping (het rood worden) van de bottels afvallen.
Kenmerken van het geslacht Roos (Rosa) waartoe Egelantier behoort.
Het vruchtbeginsel van de roos is van buitenaf niet zichtbaar, omdat het ingesloten zit in de holle, flesvormige bloembodem. De vruchtjes zijn nootachtig.
De rozen hebben weinig tot geen honing, maar lokken insecten door overvloedig stuifmeel. De vruchten (rozenbottels) zijn rijk aan vitamine C.
Het determineren van wilde rozen is een verhaal apart. Veel soorten kunnen pas op naam gebracht worden door de bottels te bestuderen. Dus is het zaak na het fotograferen van de bloemen in het najaar terug te gaan naar de bewuste roos voor de beslissende details.