Draadzegge

Klik op de afbeelding voor vergrote weergave met beschrijvende tekst

Draadzegge (Carex lasiocarpa)

De Draadzegge heeft viltig behaarde urntjes. Anders dan de Ruige zegge is slechts het urntje behaard en niet de gehele plant.
Het blad steekt ver boven de bloeiwijze uit.
De stengel is rond tot stomp driekantig.
De bloeiwijze bestaat uit meerdere aren. De topaar is mannelijk, vaak staan er nog enkele, kleine mannelijke aartjes aan de voet van de topaar. Er zijn 1 tot 2 vrouwelijke aren. Alle aren staan ver uit elkaar. Het onderste schutblad is bladachtig en reikt tot aan de top van de bloeiwijze. Het schutblad heeft een korte schede.
De kafjes zijn langwerpig met een stekelpunt, ze hebben een groene kiel en zijn 4 mm lang. De urntjes zijn langwerpig tot eivormig en ook 4 mm lang. Ze zijn grijsgroen viltig behaard en hebben korte, ruwe tanden. De kafjes van de mannelijke bloemen zijn kaal.
Het nootje is driekantig en 2.0x1.0 mm groot.

De Draadzegge bloeit in mei-juni en is te vinden in ondiep water van veenplassen en heidevennen.
Kenmerken van het geslacht Zegge  (Carex) waartoe Draadzegge behoort.

Een van de moeilijkste geslachten om te determineren. Er bestaan tal van bastaarden en tussenvormen. Ter onderscheiding gebruikt men de verschillen in groeiwijzen (zodevormend of met uitlopers), bebladering, de verdeling van mannelijke en vrouwelijke bloemen en vooral in de vorm en kleur van de kafschubben en van het urntje. In moerassen steken sommige soorten als dikke en hoge pollen uit, een soort eilandjes in de modder (belten of bulten).

De bloemen van de Carex-soorten zijn eenslachtig. De manneijke bloemen bestaan uit slechts 3 meeldraden, de vrouwelijke uit een kroesvormig omhulsel dat het vruchtbeginsel met de 2-3 stempels nauw omsluit en er mee tot een schijnvrucht uitgroeit (urntje). De vrucht is een dopvrucht.

SPECIFICATIES - draadzegge
familieCypergrassenfamilie (Cyperaceeën)
info familieGrasachtige planten. Stengel zonder knopen, gevuld, vaak driekantig. De bladen wortelstandig, met een gesloten bladschede, zonder tongetje, vaak ontbreekt de bladschijf en is er alleen een bladschede. De bloemen staan in aren, pluimen, speren of hoofdjes en zijn 1- of 2-slachtig.
Bij de 1-slachtige bloemen zitten er aan een stengel vaak zowel mannelijke als vrouwelijke aartjes. Iedere bloem staat in de oksel van een schutblaadje, het kafblaadje of kafje.
Bij 2-slachtige bloemen ontbreekt het bloemdek of dit bestaat uit borstels. Deze bloemen hebben 3 meeldraden en een stamper met 1 stijl en 2 of 3 stempels.

Sleutel tot de geslachten

Cypergrassen

- bloemen 1-slachtig, plant meestal 1-huizig => Zegge (Carex)

- Kafjes duidelijk in 2 rijen
--> aren minstens 5-bloemig, geen borstels, bloeiwijze schermvormig =>Cypergrassen

--> aren 2- of 3 bloemig, onderste 2-4 kafjes zonder bloem, borstels kort, bloeiwijze hoofdjesachtig ==> Knopbies

- Kafjes spiraalvormig verdeeld

--> bloeiwijze bestaat uit 1 eindelingse aar, schutblad blad- of stengelachtig, korter dan de aar ==> Vlottende bies, Veenbies, Waterbies

Waterbies --> alle bladscheden zonder bladschijf, borstels met omlaag gerichte tandjes

- bloeiwijze bestaat uit meerdere aren

- Bloeiwijze met 2 tegenoverstaande bladachtige schutbladen

=> Heen, Bosbies

- Schutblad stengelachtig

--> schutblad stengelachtig, bloeiwijze eindelings, plant met normale stengelbladen ==> Snavelbies

- Geen stengelbladen, bloeiwijze schijnbaar zijdelings door rechtopstaande schutblad ==> Borstelbies, Kogelbies, Bies, Ribbelbies

==> Bies - plant met wortelstokken

Verschil Russenfamilie en Cypergrasfamilie

6 bloemdekbladen, in 2 kransen, 1 stijl met 3 stempels ==> Russenfamilie
Geen bloemdekbladen of alleen haren of schubben, 0 stijlen, 2 of 3 stempels
naam draadzegge (Carex lasiocarpa)
waar ondiep water in veenplassen en heidevennen
bloei mei - juni
kleur kafje met groene kiel, 4 mm lang
blad bladschijf steekt uit boven bloeiwijze, 2 mm breed, gootvormig ingerold of samengevouwen
vrucht nootje driekantig, 2.0x1.0 mm groot, urntje langwerpig-eivormig, 4 mm lang, grijsgroen viltig behaard met ruwe tanden