Bosanemoon (Anemone nemorosa)
Uit de vlezige wortelstok ontspringt dichtbij het uiteinde een bloeistengel met 1 bloem en 3 kransgewijs geplaatste, samengestelde omwindselbladen. Er is geen kroon, de kelk is wit of paarsrood
Kenmerken van het geslacht Anemoon (Anemone) waartoe Bosanemoon behoort.
Landplanten uit de Ranonkelfamilie. Onder de bloem, aan de stengel, een eindje boven een grond is een krans van groene bladen. De bloemen steken op duidelijke stelen boven de bladerkrans uit. Vergelijk de gele Winterakoniet waar de bloemen vlak boven de bladerkrans zitten.
Behalve de Bosanemoon (A. nemorosa) en de Gele anemoon (A. ranunculoïdes) zijn er ook een aantal, vaak verwilderde tuinplanten die tot dit geslacht behoren. Deze planten hebben alle geen echte kroonbladeren, maar gekleurde kelkbladeren en meestal ook een driebladig, groen omwindselachtig iets. De planten worden bestempeld als bijgoed van de stinzenplanten, de Bosanemoon en de Gele anemoon zijn echte stinzenplanten.
Voorbeelden zijn het Wildemanskruid (A. pulsatilla), groot, paars en dicht behaard; de Blauwe Anemoon (A. apennina); de gewone Anemoon (A. coronaria) in rood, wit of blauwpaars, met 5-8 kelkbladen en en dikke, knolvormige wortelstok en ook de Oosterse anemoon (A. blanda) die erg lijkt op de Blauwe anemoon maar niet zoals deze behaard is aan de onderzijde van de bloemdekbladeren en de onderzijde van de bladeren, geen geknikte bloemsteel heeft na de bloei en waarvan de bladslippen van de wortelbladen geen korte steel hebben.