Klik op de afbeelding voor vergrote weergave met beschrijvende tekst
Bijvoet (Artemisia vulgaris)
De Bijvoet kan uitgroeien tot een struikachtige, manshoge plant. Opvallend zijn vooral de veerdelige bladen die aan de onderzijde zilverwit bestoven zijn. De bovenzijde is groen.
Bijvoet behoort tot de Composietenfamilie. De bloeiwijze bestaat uit hoofdjes van gelige, later roodbruine buisbloempjes. Aan de rand in het hoofdje staan gereduceerde vrouwelijke bloempjes met stempellobben. De stempellobben steken boven het omwindsel uit. De hoofdjes staan in een soort pluim.
De stengels, die elk jaar uit de ondergrondse, verhoute wortelstokken te voorschijn komen zijn rood tot paarsrood van kleur en gegroefd.
Bijvoet groeit uitbundig op braakliggende terreinen waar het jaar daarvoor nog Melganzenvoet groeide.
De Bijvoet is een echte hooikoortsplant.
De bladeren van deze plant werd door de Romeinen in de sandalen gelegd, om voetproblemen tijdens lange marsen te voorkomen.
Het blad zou ook helpen om muggen te verdrijven.
Kenmerken van het geslacht Alsem (Artemisia) waartoe Bijvoet behoort.
Gele bloempjes zonder lintbloemen. Bloemkorfjes langwerpig-rond. Omwindselblaadjes zonder zwartachtige topjes aan de punt.