Klik op de afbeelding voor vergrote weergave met beschrijvende tekst
Akkerhoornbloem (Cerastium arvense)
Alle soorten hoornbloem zijn behaard, hebben tegenoverstaande, gaafrandige bladen en gesteelde, witte bloemen.
Akkerhoornbloem lijkt op Grote muur (Stellaria holostea), maar het verschil tussen de twee zie je direct als je de stijlen gaat tellen. Bij Muursoorten hebben de stampers 3 stijlen, bij de Hoornbloemsoorten 5.
Ook zijn de bloemkroonbladen van Grote muur dieper (tot over de helft) ingesneden dan die van de Akkerhoornbloem.
De kroonblaadjes van de Akkerhoornbloem zijn dubbel zo lang als de kelkblaadjes (maar dit geldt ook voor Grote muur).
Akkerhoornbloem heeft breedvliezig gerande schutbladen, de schutblaadjes van Grote muur zijn ook aan de rand groen.
De plant wordt tot 25 cm hoog.
Gewone hoornbloem (C. fontanum) - kroonbladen hooguit iets langer dan de kelkbladen, overblijvende plant, tijdens de bloei met groene bladokselstandige spruiten, geen klierharen
Akkerhoornbloem (C. arvense) - kroonbladen dubbel zo lang als de kelkbladen, niet witviltig, kaal of met rechte haren. Bloemsteel met klierharen
Viltige hoornbloem (C. tomentosum) - kroonbladen dubbel zo lang als de kelkbladen, maar witviltig, met gekronkelde haren. Bloemsteel zonder klierharen
Zandhoornbloem (C. ) - er zijn slechts 5 meeldraden ipv 10, zoals bij andere leden van dit geslacht. Nagel van de kroonbladen kaal, in elk geval bovenste schutbladen met vliezige rand. Vliezige rand van de schutbladen van de op 1 na onderste vertakking meer dan 1/4 van de totale lengte van het schutblad innemend. Is de vliezige rand kleiner dan kom je bij de Steenhoornbloem (C. pumilum) of de Bleke hoornbloem (. glutinosum) of weer de Gewone hoornbloem uit. De eerste twee van deze zijn uiterst zeldzaam.
Scheve hoornbloem (C. diffusum) - alle schutbladen zonder vliezige rand.
Kenmerken van het geslacht Cerastium (Cerastium) waartoe Akkerhoornbloem behoort.
-