Klik op de afbeelding voor vergrote weergave met beschrijvende tekst
Zilvermeeuw (Larus argentatus)
De Zilvermeeuw is een van de algemene meeuwen aan onze kust en inmiddels ook in de steden. De volwassen zilvermeeuw heeft een witte kop, staart en onderzijde, grijze vleugels en rug. De vleugelpunten zijn zwart met witte vlekken. Kenmerkend zijn de roze poten. De snavel is geel met rode vlek bij de punt. De iris van het oog is helder geel.
Jonge zilvermeeuwen hebben een overwegend bruin kleed.
Zilvermeeuwen broeden in kolonies in het duingebied, maar nemen steeds vaker hun toevlucht tot de daken in de steden.
Kenmerken van het geslacht Meeuwen (Laridae) waartoe Zilvermeeuw behoort.
Meeuwen zijn zeevogels. Het zijn over het algemeen vrij grote vogels, meestal grijs of wit met een zwarte tekening op kop en snavel. De schelle, krijsende roep is kenmerkend. De snavel is stevig en vrij lang, de poten hebben zwemvlieen. Behalve de verschillende soorten meeuwen worden ook de sterns tot deze familie gerekend. Sterns zijn over het algemeen wat kleiner en slanker dan meeuwen en hebbeneen ranke, puntige snavel.
Meeuwen zijn carnivoren, ze eten zowel aas als levende prooien (krabben, visjes).
Meeuwen broeden in grote kolonies. Ze leggen twee of drie gespikkelde eieren in een nest gemaakt van plantenmateriaal. De jongen zijn nestvlieders, ze worden met donker dons geboren en kunnen direct lopen. Grotere meeuwen krijgen pas na vier jaar hun volwassen verenkleed, de kleinere soorten na twee jaar.