De Fitis of de Tjiftjaf - iedereen is het er wel over eens dat de vogeltjes erg op elkaar lijken en men buitelt dan ook over elkaar heen om handige kenmerkende verschillen te vinden.
Het meest eenvoudig en betrouwbaar is luisteren naar het lied. De Tjiftjaf zingt zijn naam in 2 korte tonen: tjif-tjaf, tjif-tjaf. De Fitis lijkt een vraag te stellen in een vrij lange zin, iets in de geest van: 'vandaag is het mooi weer, maar is het dat morgen ook?' Let op de dalende toon.
Maar ja, foto′s maken geen geluid. Vaak worden de lichte poten van de Fitis tegenover de zwarte poten van de Tjiftjaf genoemd. Lichtval en variatie maken deze kenmerken niet echt 100% betrouwbaar. De Tjiftjaf heeft weliswaar altijd zwarte pootjes, maar ook de Fitis kan donkere pootjes hebben, zij het met lichtgelige tenen.
De Fitis heeft een langere, bredere wenkbrauwstreep.
De Tjiftjaf heeft een meer uitgesproken witte oogring.
En dan zijn er de vleugels.
De Fitis heeft een langere vleugel dan de Tjiftjaf. De handpenprojectie (d.w.z. het deel van de handpennen dat, in zit, voorbij de rest van de vleugel steekt) is bij de fitis 80-100%, bij de tjiftjaf 50% - bij de fitis steekt er dus een veel groter deel uit dan bij de tjiftjaf. De fitis lijkt hierdoor slanker en langer. De veren zijn spits tegenover stomp bij de tjiftjaf.
|
Fitis | Tjiftjaf |
wenkbrauwstreep | lang-geel | kort, bleek |
lichaamsvorm | slank | gedrongen |
vleugellengte | lang | kort |
pootkleur | bleek | zwart |
vleugelbasis | groenachtig | uniform |
oorvlek | vlekkerig | donkergrijs |
oogring | vaag wit | opvallend wit |
vorm kop | plat | rond |
Fitissen broeden op de grond, ze gebruiken bomen als uitkijk- en zangpost. Ze zijn te vinden in jonge bossen, bosranden en andere dichte vegetatie.
Kenmerken van het geslacht Zangers (Sylvidae) waartoe Fitis behoort.
Kleine tot middelgrote vogels, met meestal een dunne, spitse snavel met borstelhaartje aan de basis. Ze hebben een slank figuur en een onopvallend verenkleed. De vleugelveren zijn afgerond en kort.