Klik op de afbeelding voor vergrote weergave met beschrijvende tekst
Voorjaarshoutzwam (Polyporus ciliatus f.lepideus)
Polyporus ciliatus kent twee ondersoorten, de Zomerhoutzwam (P. ciliatus f. ciliatus) en de Voorjaarshoutzwam (P. ciliatus f. lepideus). De seizoensaanduiding is helaas niet echt onderscheidend, aangezien er overlapping van de groeiperiodes is.
De Voorjaarshoutzwam is wat forser dan de de Zomerhoutzwam (hoed diam. 4-8 cm, resp.1-4 cm diam.). Een kenmerkend verschil is er bij de hoedrand. De Zomerhoutzwam heeft een scherpe, sterk gewimperde rand. De Voorjaarshoutzwam heeft een zwak gewimperde, ingerolde rand.
De buisjes van de Zomerhoutzwam zijn 1-2 mm lang, die van de Voorjaarshoutzwam 1-3 mm en deze lopen iets af op de steel.
De steel van de Voorjaarshoutzwam heeft een bleke, verdikte basis, die van de Zomerhoutzwam niet.
De Voorjaarshoutzwam komt voor op takken, stronken en stammen van loofbomen als de els, wilg, berk, beuk, eik. De Zomerhoutzwam groeit op op de grond liggende takken van de els.
En dan is er ook nog een Winterhoutzwam (P.brumalis). Deze heeft een 2-7 cm in diam. grote hoed, de kleur is grijs- tot rood- of donkerbruin en de rand is scherp en gekerfd.
De buisjes van de Winterhoutzwam zijn crèmewit tot okerkleurig. De poriën rond of hoekig tot langgerekt. Ook deze Polyporus groeit op dode takken, stammen en stronken van loofbomen, maar dan in de winter.
Kenmerken van het geslacht Polyporus (Polyporus) waartoe Voorjaarshoutzwam behoort.
Eenjarig. Steel centraal of zijdelings, hoed droog, viltig tot geschubd met een dunne buisjeslaag. Sporen wit. Op hout