Klik op de afbeelding voor vergrote weergave met beschrijvende tekst
Tranende franjehoed (Psathyrella lacrynmabunda)
Kenmerkend voor de Tranende franjehoed zijn de ′tranen′ op de lamellen bij vochtig weer. De lamellen staan dicht op elkaar en zijn bij volgroeide exemplaren donker gevlekt tot gemarmerd.
De hoed is gewelfd tot uitgespreid en dan met umbo, de kleur is roest- tot reebruin.
De steel is witachtig en vezelig, het onderste deel okerbruin en bovenaan de steel bevindt zich een witte, later door de sporen zwart gekleurde ringzone.
De Tranende franjehoed behoort tot het subgenus Lacrymaria binnen het geslacht Psathyrella. Het subgenus kent ook de Kleine traanfranjehoed en de Vurige franjehoed, maar deze zijn zeer zeldzaam.
Kenmerken van het geslacht Franjehoed (Psathyrella) waartoe Tranende franjehoed behoort.
Vruchtlichaam breekbaar, hoed droog, meestal hygrofaan, geschubd of vlokkig dan wel kaal, niet gegroefd, niet vervloeiend. De lamellen zijn aangehecht, niet vervloeiend. De steel is kaal tot vlokkig, soms wortelend, meestal zonder ring. Sporee donkerbruin of bruinzwart