Klik op de afbeelding voor vergrote weergave met beschrijvende tekst
Roodbruin trechtertje (Omphalina%20pyxidata)
Het Roodbruin trechtertje is een van de trechtertjes die je vooral in de wintermaanden kunt vinden in het duingrasland, meestal tussen mossen.
Kenmerkend is de roodbruine kleur. De steel is langer dan de hoeddiameter (vergelijk het Duinmostrechtertje (O. galericolor var galericolor) waarvan de steel ongeveer even lang is als de hoeddiameter en de sporen halfrond tot traanvormig zijn.
De hoed van het Roodbruine trechtertje is aanvankelijk gewelfd, later trechtervormig. Het oppervlak is glad, doorschijnend gestreept, wasachtig en hygrofaan. De kleur is roodbruin, maar verbleekt naar oker tot bleekbruin. De hoedrand is rafelig.
De lamellen lopen af op de steel, ze zijn dun en soms gevorkt, wit tot creme-achtig gekleurd.
De steel heeft dezelfde kleur als de hoed of iets bleker, de voet is wit viltig.
Sporen 7-8(-10) x (4.5-)5-6 mu, eivormig tot amandelvormig. Cheilocystiden meestal afwezig.
Kenmerken van het geslacht Omphalina (Omphalina) waartoe Roodbruin trechtertje behoort.
Het geslacht Omphalina bestaat uit kleine trechterzwammetjes die voorkomen tussen en op mossen en levermossen, op grassen en op takjes en hout.
De sporeekleur is wit.
De meest voorkomende in de duinen zijn:
Omphalina galericolor - Duinmostrechtertje
Deze soort kent een bruinige en een paarsige variant
Omphalina pyxidata - Roodbruin trechtertje