Klik op de afbeelding voor vergrote weergave met beschrijvende tekst
Reuzenzwam (Meripilus giganteus)
De hoeden vergroeien vaak tot een rozet en zo kan de zwam een omtrek krijgen van wel een meter.
De op deze zwam gelijkende Eikhaas is meer grijsbruin van kleur, ietwat vezelig, de buisjes hebben ronde poriën, bij druk niet zwart wordend en de Eikhaas groeit aan de voet van oude eiken.
De op deze zwam gelijkende Eikhaas is meer grijsbruin van kleur, ietwat vezelig, de buisjes hebben ronde poriën, bij druk niet zwart wordend en de Eikhaas groeit aan de voet van oude eiken.
Kenmerken van het geslacht Meripilaceae (Meripilaceae) waartoe Reuzenzwam behoort.
Geen geslacht maar een soort van subfamilie.
Vlezig, niet biefstukachtig. Kan tot 40 cm diameter groot worden. Huid lastig van het vruchtlichaam te scheiden.
Geen geslacht maar een soort van subfamilie.
Vlezig, niet biefstukachtig. Kan tot 40 cm diameter groot worden. Huid lastig van het vruchtlichaam te scheiden.
| familie | Polyporaceae (Polyporaceae) |
| info familie | Een omvangrijke groep van 1- of meerjarige houtzwammen, met allerhande vormen met een poreus of soms van lamellen voorzien kiemvlies. |
| naam | reuzenzwam (Meripilus giganteus) |
| waar | op wortels of aan de voet van oude, levende loofbomen, vooral beuken, ook op stronken |
| sporeekleur | wit |
| hoed | 10-40 cm breed, plat waaiervormig, beige of geelbruin tot donkerbruin, met dooiergele tot geelwitte groeirand. |
| steel | - |
| plaatjes | buisjes witachtig, poriën zeer fijn, bij druk en veroudering zwart wordend |