Pronkhertenzwam

Klik op de afbeelding voor vergrote weergave met beschrijvende tekst

Pronkhertenzwam (Pluteus umbrosus)

De Pronkhertenzwam doet haar naam eer aan zoals ze daar, vaak eenzaam, sierlijk staat te wezen op het rottend loofhout. Met haar langs de hoedrand afhangende schubjes, de donkere aders en schubjes op haar hoed, de fraaie witte lamellen met donkere snede en de sierlijke steel bedekt met naar onder toe donker wordende schubjes en vezeltjes.

De hoed is aanvankelijk half bolvormig, later uitgespreid. In het midden heeft de hoed een brede, lage umbo (knobbel), deze is donkerder bruin dan de rest van de hoed. De hoed is in veel gevallen bedekt met tot 3 mm brede aders die naar de rand toe smaller worden. Het centrum van de hoed is bedekt met opstaande schubjes. Naar de rand toe zijn de schubjes meer aanliggend. De van de hoedrand afhangende, op tandjes lijkende schubjes geven de hoed een extra fraai aanzicht.
De lamellen staan vrij, aanvankelijk zijn ze wit, later rossig tot rossigbruin door de sporen, ze zijn bedekt met kleine bruine vlekjes (loep gebruiken!) en de lamelsnede is vlokkig en donkerbruin.
De steel (40-)55x120 x 3,5-13 mm) is cilindrisch of loopt taps toe naar de top, de voet is vaak verdikt. De kleur is glanzend wit tot lichtbruin. De structuur is vezelig en gestreept. Het oppervlak is bedekt met schubjes en vezeltjes die in het onderste deel donkerder zijn dan in het bovenste deel.
Het hoedvlees is hygrofaan, grijsbruin bij vocht, wit bij droogte. Het vlees in de steel is eveneens grijsbruin bij vocht en glanzend wit bij droogte en geelbruin in de voet.
De geur is wat ammonia-achtig. De smaak is neutraal. De sporee is rozebruin.
Microscopie
Sporen (5.0)5.5-6.5(-7.0)x(3.5-(4.0-5.0(5.5) mu. Q=(1.05)1.1-1.4(1.55). Breed elliptisch, met onopvallend aanhangsel. Basidia 24-28 x 6-8 mu, 4-sporig. Pleurocystiden verspreid (38-)47-80(-110)x(10-)13-=25(-30)mu, van breed buikvormig met bruin intracellulair pigment tot ballonvormig en cilindrisch tot flesvormig met 1-2 uitstulpels, meestal kleurloos. Lamelsnede steriel, met talrijke cheilocystiden 30-83x(8-)10-25(-32)mu, smal knotsvormig tot ballonvormig-cilindrisch halverwege ingesnoerd, vaak met bruin intracellulair pigment, dunwandig.
Kenmerken van het geslacht Hertenzwam  (Pluteus) waartoe Pronkhertenzwam behoort.

Hertenzwammen herken je aan de roze sporen, de vrije lamellen die van wit naar roze verkleuren en het ontbreken van een beurs en een ring. De hoed is meestal grijs tot bruin gekleurd.
De sporen zijn glad, meestal breed ellipsvormig, non-amyloid en cyanofiel (blauw kleurend in bijvoorbeeld katoenblauw).

Het geslacht Pluteus is verdeeld in drie ondergeslachten. Bepalend hierbij zijn de structuur van de hoedhuid en de kenmerken van de pleurocystiden.
De hoedhuid (pileipellis) kan een cutis, trichoderm, trichopalisade of hymeniderm zijn.
Cutis - bestaat uit horizontaal evenwijdig lopende hyfen
Trichoderm, trichopalisade- hoedhuid met opstaande, met elkaar verweven hyfen, min of meer loodrecht op het oppervlak staand, maar niet strikt evenwijdig lopend en geen hymeniforme laag vormend. Hierdoor ontstaat een fluwelig tot viltig uiterlijk. In geval het trichoderm gelatineus is, spreekt men ook wel van ixotrichoderm.
Epithelium - de hoedhuid bestaat uit een opeenhoping van ronde of breed elliptische cellen (vaak in ketens). Hymeniderm - de hoedhuid heeft een structuur die op een hymenium lijkt. De elementen, waaruit deze structuur bestaat, ontspringen op hetzelfde niveau.

De pleurocystiden zijn a) dikwandig en smal spoelvormig. Aan de top zitten min of meer duidelijke haakvormige uitsteekseltjes - het ′gewei′ waaraan dit geslacht ook haar naam dankt. b) dunwandige en variabel van vorm. Het gewei ontbreekt, er kunnen uitsteeksels zijn maar deze zijn niet haakvormig.

Kenmerken van de drie subgeslachten:
- Pluteus - hoed radiaal vezelig, vaak glanzend, pleurocystiden dikwandig en met haken, hoedhuid een cutis
- Villosi - hoed opvallend viltig of harig schubbig, hoedhuid eeb cutis, trichoderm of tricopalisade van langwerpige elementen
- Celluloderma - hoed glad of fluwelig, hoedhuid een hyemniderm van halfronde tot ballonvormige elementen, soms met langwerpige elementen

Verdere kenmerken van het ondergeslacht Pluteus
Pleurocystida talrijk en met duidelijke haken aan de top, in elk geval aan de top dikwandig. De cheilocystiden staan op een laag hyphen die parallel loopt met de rand van de lamel. Gespen al dan niet aanwezig.

Verdere kenmerken van het ondergeslacht Villosi
Pleurocystidia aanwezig maar zonder haken aan de top en dunwandig of ook afwezig. Cheilocystidia op het vlees van de lamel. Cutis bestaande uit bundels hyphen van 2-6 elementen, het uiteinde gebogen. Meestal geen gespen.

SPECIFICATIES - pronkhertenzwam
familiePluteaceae (Pluteaceae)
info familieOmvat o.a Hertenzwammen en Beurszwammen
naam pronkhertenzwam (Pluteus umbrosus)
waar op stronken, stammen en takken van loofbomen, vooral populier en beuk, in loofbossen op vochtige, vruchtbare bodem
sporeekleur roze
hoed gewelfd tot vlak, bleekbruin tot bruin, radiair donkerbruin tot bruinzwart geaderd
steel 6-8 cm x 8-10 mm, wit, vezelig donkerbruin gestreept
plaatjes wittig-gelig tot roze, met donkerbruine lamelsnede