Kleefsteelstropharia

Klik op de afbeelding voor vergrote weergave met beschrijvende tekst

Kleefsteelstropharia (Stropharia semiglobata)

De Kleefsteelstropharia is een mestbewoner, met een voorkeur voor paarden- of rundermest. De paddestoel heeft een okergele hoed die naar de rand toe meer bleek strogeel is. De hoed is bijna bolvormig tot halfrond, later uitgespreid. Het oppervlak is kleverig tot zeer slijmerig.

De lamellen zijn groenachtig zwart tot zwartachtig bruin. De lamelsnede is wit.

De steel heeft een dunne, rudimentaire ring. Boven de ring is het oppervlak droog en wit vlokkig, onder de ring zeer slijmerig en bleek strogeel. De steel is 30x150x2-5 mm groot, aan de voet verbreed tot 7 mm.

Microscopisch gezien zijn de talrijke chrysocystiden op de steel karakteristiek. De sporen zijn groot, 15.5-21x9-11.5 mu, ellipsvormig. De cheilcystiden zijn smal flesvormig, 3-6 mu breed aan de top. De pleurochrysocystiden zijn breed knotsvormig.
Kenmerken van het geslacht Stropharia  (Stropharia) waartoe Kleefsteelstropharia behoort.

Paddestoelen uit dit geslacht hebben een kleverige tot slijmerige hoed en membraanachtige ring. De kleur van de hoed varieert van wit, geel, bruinachtig of groenachtig.
De lamellen zijn bleek, bij het ouder worden echter steeds bruiner of zwarter door de sporen. Lamelsnede vaak wit.
De steel is droog of kleverig tot slijmerig, met een min of meer duidelijke ring.
Sporenmassa paarsbruin, lilazwart of paarszwart.

De sporen zijn ellipsvormig, eivormig of amandelvormig, glad, dikwandig, met een duidelijke kiempore, geelbruin.
Cheilocystiden zijn aanwezig, soms als chrysocystiden. Pleuropcystiden meestal aanwezig, gelijk aan cheilocystiden, knotsvormig met spitsje of flesvormig.

SPECIFICATIES - kleefsteelstropharia
familieStropharia′s (Strophariaceae)
info familieTot de Stropharia-familie behoren o.a.:
- zwavelkoppen, kaalkopjes en stropharia′s (Psilocybe - Deconica)
- bundelzwammen (Pholiota)
naam kleefsteelstropharia (Stropharia semiglobata)
waar op mest van paarden en runderen, maar ook op mest van bijvoorbeeld schapen en op bemeste grond
sporeekleur paarsbruin
hoed 10-45 mm groot, halfbolvormig, later uitgespreid, kleverig tot zeer slijmerig, centrum okergeel, strogeel naar de rand toe
steel steel 30-150 x 22-5 mm, voet verbreed tot 7 mm, droog en wit vlokkig aan de top, verderop zeer slijmerig en bleek strogeel, ring dun en rudimentair
plaatjes lamellen groenig-zwart tot zwartachtig bruin met witte lamelsnede