Klik op de afbeelding voor vergrote weergave met beschrijvende tekst
Kaneelkleurige knolgordijnzwam (Cortinarius laniger)
De Kaneelkleurige knolgordijnzwam heeft geen lilatinten in het vruchtlichaam, Het velum universale is wit, rijkelijk aanwezig en wollig. De steel heeft een knolvoet en is bedekt met velumringen en -gordels.
De hoed is bolrond tot laag gewelfd en heeft soms een lage, brede umbo. De kleur van de hoed is vezelig tot fijn schubbig en lict tot donker baksteenrood.
De lamellen staan op gemiddelde afstand van elkaar en zijn eveneens baksteenrood.
De steel is relatief lang (60-150x8-16 mm), cilindrisch en heeft een knolvoet. De steel is wit vezelig, maar later meer roodbruin en bedekt met gordels en ringen van velum.
Het vlees is bleek roodbruin. De geur licht radijnachtig.
Sporen 10-11.5 (-12)x6-6.5(-7) mu, fijn tot dicht wrattig, dikwandig, sterk dextrinoid. De lamelvlees heeft geïncrusteerde hyfen,
De Kaneelkleurige knolgordijnzwam groeit op arm zand bij loofbomen.
De Kaneelkleurige knolgordijnzwam behoort tot de Telemonia′s.
NB. Determinatie door de excursieleider.
Kenmerken van het geslacht Gordijnzwam (Cortinarius) waartoe Kaneelkleurige knolgordijnzwam behoort.
Gordijnzwammen zijn te herkennen aan het "gordijn". Dit is een spinnenwebachtig weefsel tussen de hoedrand en top van de steel en dient om de in ontwikkeling zijnde lamellen met de sporen te beschermen. Wanneer de jonge paddestoel groeit breekt het weefsel (velum) en kunnen er restjes weefsel achterblijven langs de hoedrand en op de steel. De steel heeft dan een ring (" paddestoel met rokje").
Dit weefsel (velum partiale) is niet hetzelfde als het velum universale. Het velum universale komt bij praktisch alle lamelpaddestoelen voor en omhult het hele vruchtlichaam. Wanneer het breekt blijven er vaak restjes achter op de hoed in de vorm van schubjes (zie bijvoorbeeld de Vliegenzwam "een grote paddestoel rood met witte stippen") en aan de steelvoet. Bij vooral de Amanieten vormen de resten aan de steelvoet een duidelijke zak.
Bij de Gordijnzwammen zie je de restanten van het velum universale als vlokjes langs de hoedrand en aan de voet van de steel. Het velum is wit of bruin van kleur.
Restjes van het velum partiale vormen een smalle ring op de steel. Deze ring kleurt weldra oranje door de sporen die erop vallen. Deze oranje ring is wel het handigste kenmerk van de gordijnzwammen. De sporeekleur is geelbruin,roestbriun, donkerbruin, zwartbruin.
Het determineren van gordijnzwammen is een ingewikkelde klus. Vooral omdat door DNA-onderzoek het hele geslacht momenteel op de schop is en veel informatie inmiddel achterhaald is.
Helaas zijn gordijnzwammen erg mooie paddestoelen. Juist door hun wat rommelige uiterlijk met de witte en oranjegekleurde velumrestjes en vaak fraaie kleuren. En dus ga je tegen beter weten in toch weer proberen om de gevonden gordijnzwam op naam te brengen.
Het eerste kenmerk waar je op moet letten is of het hoedje slijmerig of kleverig of juist droog is en of het hoedje hygrofaan is of niet (heeft het droge hoedje een andere kleur dan het natte hoedje? )
Als tweede punt is de geur belangrijk. Deze kan soms heel uitgesproken zijn: de geur van geraniums of de geur van rode bietjes of aardachtig. Heb je deze uitgesproken geuren gevonden dan kun je de paddestoel in elk geval in een subgroep indelen.
De gordijnzwam is een ectomycorrhizavormende paddestoel. Dat wil zeggen dat hij afhankelijk is van een bepaalde boomsoort. Daarom is het belangrijk om te weten bij welke boom de gevonden gordijnzwam staat.
Daarna moet meestal de microscoop er aan te pas komen.