Klik op de afbeelding voor vergrote weergave met beschrijvende tekst
Grijze buisjeszwam (Bjerkandera adusta)
De concentrisch gezoneerde hoedjes van de Grijze buisjeszwam doen van bovenaf bezien wat aan Elfenbankjes (Trametes versicolor) denken. De hoedjes van de Grijze buisjeszwam groeien echter op een zich over het substraat uitspreidende, leerachtige, poroïde korst, de Elfenbankjes hebben geen korst op het substraat. De hoedjes hebben een okergrijze of bruingrijze tot zwarte kleur en een scherpe witte, later zwarte rand. Ze staan dakpansgewijs in rijen naast elkaar. Soms zijn de hoedjes geheel bruin op de witte rand na. De afzonderlijke hoedjes kunnen tot 50 mm groot zijn, maar vaak zijn ze met elkaar vergroeid en lijkt het hoedje veel groter. Het oppervlak is viltig tot behaard, bij het ouder worden echter steeds kaler.
De fijne, ronde poriën zijn 5-6 mm groot, muisgrijs.
Het vlees is taai, maar gemakkelijk los te scheuren. De buisjeslaag is tot 4 mm dik.
De geur is wat zurig.
Kenmerken van het geslacht Bjerkandera (Bjerkandera) waartoe Grijze buisjeszwam behoort.
Het geslacht Bjerkandera kent 7 soorten. De zwammen groeien op loofhout en veroorzaken witrot.
De hoedjes van de Bjerkandera zijn zacht en plooibaar, het oppervlak varieert van fijn harig tot glad. Het oppervlak van de poriën varieert van grijs tot zwart of bruingeel tot grijsbruin. De buisjes hebben dezelfde kleur. Tussen het vlees en de buisjeslaag zit een donkere, dichtere zone.