Klik op de afbeelding voor vergrote weergave met beschrijvende tekst
Franjevlekplaat (Panaeolus papilionaceus)
De Franjevlekplaat is te herkennen aan de lange, stijve stelen en de velumtandjes aan de hoedrand. Die tandjes kunnen bij oudere exemplaren of na hevige regen afwezig zijn.
De lamellen dicht opeen, grijs olijfkleurig tot zwart, met blekere lamelsnede.
Steel 30-120 x 2-4 mm, cilindrisch, recht, berijpt, grijs of bruin.
De Franjevlekplaat groeit op of in de omgeving van mest en is dan ook te vinden in bemeste graslanden.
Sporen 15-18x10-12x8-9.5 mu, opvallend afgeplat, in vooraanzicht hoekig met gelijke zijden, glad, zeer donker.
Cheilocystiden slank, 30-60 mu lang
De sporen van var parvisporus zijn smaller 13-16x8-10x6-8 mm, de cheilocystiden korter, op matig bemeste grond.
Kenmerken van het geslacht Vlekplaten (Panaleolus) waartoe Franjevlekplaat behoort.
Hoed parabolisch, klok- tot kegelvormig. Meestal hygrofaan. De lamellen zijn aangehecht, en bij volgroeide exemplaren zwart, gevlekt door niet gelijktijdige rijping van de sporen. De steel heeft bij de meeste soorten geen ring. Sporenpoeder zwart.