Klik op de afbeelding voor vergrote weergave met beschrijvende tekst
Duinparasolzwam (Lepiota erminea)
De Duinparasolzwam is te herkennen aan het witte, wat pluizige uiterlijk. Een charmante verschijning tussen het Duinsterretje en andere, kleine plantjes. Het is een algemene paddestoel in de duinen en langs de zeereep.
De hoed is wit gekleurd met een bruinig centrum en heeft een glad oppervlak. Langs de hoedrand hangen fijne vezeltjes en velumrestjes.
De steel heeft een vezelige ringzone en is verder overlangs vezelig, wit met bruine vlokjes.
De op de Duinparasolzwam lijkende Bleke parasolzwam heeft ook in het midden van de hoed schubjes en is over het geheel genomen schubbiger en bovendien een bosbewoner.
Kenmerken van het geslacht Parasolzwam (Lepiota) waartoe Duinparasolzwam behoort.
Parasolzwammen uit het geslacht Lepiota zijn kleiner dan die uit het geslacht Macrolepiota, waarvan de hoed een diameter heeft van meer dan 15 cm. Parasolzwammen groeien op de grond, met een voorkeur voor rijke kalkhoudende bodems.
De hoed is tot 10 cm groot en bedekt met schubjes. De lamellen staan vrij van de steel. De slanke steel heeft een ring en is vaak bedekt met velumvlokjes. De sporen zijn wit.
Veel soorten parasolzwammen zijn giftig, sommige zelfs dodelijk.