Klik op de afbeelding voor vergrote weergave met beschrijvende tekst
Duinkaalkopje (Deconia pratensis)
Kenmerkend voor het Duinkaalkopje zijn de relatief grote sporen en de dikke, plakkerige, elastische, afstroopbare laag op de hoed. Ook de habitat, gebonden aan de zeereep en het helm, is kenmerkend. De gelijkende Psilocybe montana, var macrospora heeft gelijke sporen, maar een vrij droog hoedoppervlak met niet afstroopbare hoedhuid.
Het Duinkaalkopje heeft een rood- of geelbruin, hygrofaan hoedje dat hooguit aan de rand iets gestreept is (vergelijk het Zandkaalkopje dat geheel gestreept is). De rand is naar beneden omgekruld.
De hoed is bedekt met een kleverige, elastische laag die van de hoed afgestroopt kan worden.
De lamellen staan op normale afstand en zijn met een iets aflopend tandje aangehecht, maar nooit echt aflopend. Ze zijn gezwollen tot breed gezwollen en roodbruin gekleurd. De lamelsnede is glad tot brokkelig, van gelijke kleur of iets lichter.
De steel is 10-20x1-2 mm, cilindrisch, recht tot gebogen of iets toelopend naar boven toe. De kleur is lichtbruin, wittig aan de top. Smaak en geur neutraal.
Sporen 8.5-12x6.0-7.5 x5.5-6.5 mu, iets afgevlakt, Q=1.3-1.75, eivormig tot iets hexagonaal in front aanzicht, in zijaanzicht ellipsvormig tot langwerpig, soms amandelvormig. Sporen met dikke, bruine wanden (-2.0 mu) en grote kiempore aan de top. Basidia 25-27.5x5.5-6.5 mu, 4-sporig, met gespen. Lamelsnede steriel. Cheilocystiden 20-31 x 5.0-6.5 mu, flesvormig, met stompe, 1-5-3.0 mu brede apex.
Informatie Flora Agaricina Neerlandica
Kenmerken van het geslacht Kaalkopjes (Deconica) (Deconica) waartoe Duinkaalkopje behoort.
Dit geslacht bestaat uit de secties Deconica en Coprophila die vroeger werden ingedeeld bij het geslacht Psilocybe.
In tegenstelling tot de huidige Psilocybe-soorten bevatten de paddestoelen uit dit nieuwe geslacht geen hallucinogene stoffen en verkleuren derhalve ook niet blauw bij kneuzing.
Algemeen in zandverstuivingen is het Zandkaalkopje (D. montana). Op mest komt o.a. het Mestkaalkopje voor (D. coprophila). Op grasresten o.a. het Halmkaalkopje (D. inquilina). En dan zijn er nog een aantal, minder algemene soorten. Alle Deconica′s zijn microscoop-paddestoelen.
De kaalkopjes hebben meestal een doorschijnend gestreepte hoed.
De sporenprint is donkerbruin tot zwartbruin en doet dan sterk denken aan Psathyrella′s. Let op of er een purperen tint aanwezig is in de sporenprint. Zonder purperen tint voert de sleutel naar de franjehoedjes.