Dennenvlamhoed

Klik op de afbeelding voor vergrote weergave met beschrijvende tekst

Dennenvlamhoed (Gymnopilus penetrans)

De Dennenvlamhoed is met haar felgekleurde hoed, de kleur variërend van geel, oker tot roestkleurig bruin, een opvallende verschijning tussen het donkere naaldhout.

De hoed is glad, maar bedekt met roestkleurige, vezelachtige strepen of aangedrukte, fijne schubjes. De jonge hoed is bedekt met wit tot grijs spinragachtig velum.

De lamellen zijn aanvankelijk lichtgeel, maar bij het ouder worden krijgen ze een steeds "roestiger" aanzien. Ze zijn aangehecht en staan dicht opeen.

De steel is eveneens geel en verkleurt bij het ouder worden oranjebruin. Het oppervlak is bedekt met witte vezels in lengterichting. Er is geen ring.

De sporenprint is geelachtig oranjebruin.

Sporenmaat 7-9 x 4-5.5 mu, ellipsvormig en bedekt met hele fijne wratjes.

De geur is fruitig, sinaasappelachtig. De smaak is bitter.

De Dennenvlamhoed is giftig.

De Dennenvlamhoed groeit hoofdzakelijk op dood naaldhout, maar ook op op de grond liggende dennenappels.

De Dennenvlamhoed kan aangezien worden voor een Prachtvlamhoed, maar deze laatste heeft een duidelijke ring en de vezelachtige strepen op de steel zijn lichter van kleur.
Kenmerken van het geslacht Vlamhoeden  (Gymnopilus) waartoe Dennenvlamhoed behoort.

Saprotroof of parasitair op hout, of op de bodem, op brandplekken of veen levend. Kleur goudgeel tot oranjebruin. Vaak is er een goed ontwikkeld gordijn. Sporeekleur roestbruin.

De Vlamhoeden kunnen verward worden met Bundelzwammen (Pholiota) en Gordijnzwammen (Cortinarius). De Bundelzwammen hebben een kleverige hoed en de kleur van de sporenmassa is eerder bruin tot kaneelbruin dan oranjebruin. Gordijnzwammen groeien uitsluitend op de grond. Vlamhoeden kunnen dan ook nog verward worden met mosklokjes (Galerina) en dat is vervelend voor wie paddestoelen wil consumeren, want sommige Galerina′s zijn dodelijk giftig.

Een aantal Gymnopilus-soorten bevatten psilocybine, een hallucinaties opwekkende stof.

SPECIFICATIES - dennenvlamhoed
familieGordijnzwammen (Cortinariaceae)
info familieTot deze familie behoort een groot aantal geslachten. De naam is ontleend aan het grootste geslacht binnen de familie, nl. de Cortinaria (gordijnzwammen)
De sporen zijn bruin.
De leden van deze familie hebben een 'gordijn', een spinnenwebachtig weefsel tussen de hoedrand en de top van de steel dat de rijpende sporen beschermt. Dit gordijn, officieel het velum partiale genoemd, is niet hetzelfde als het velum universale, het weefsel dat de nog zeer jonge paddenstoelen omhult en bij het groeien van de paddenstoel scheurt en dan vaak als een beurs aan de voet of als vlokjes of schubjes op de hoed achterblijft.
Het velum partiale is bij jonge paddestoelen vaak nog mooi te zien. Naarmate de hoed groeit scheurt het gordijn. Er blijven restantjes achter op de steel. Deze kleuren vaak bruin tot oranjebruin door de sporen die er op vallen.

Gordijnzwammen groeien op de grond of parasiteren op wortels. Ze zijn er zowel klein als groot.

Geslachten die tot deze familie behoren
  • Cortinarius - gordijnzwammen
  • Gymnopilus - vlamhoeden
  • Hebeloma - vaalhoeden
  • Galerina - mosklokjes
  • Alnicola - zompzwammen
  • Tubaria - donsvoetjes
  • Crepidotus - oorzwammetjes
naam dennenvlamhoed (Gymnopilus penetrans)
waar op dood hout, vooral stronken en dikke takken van naaldbomen, minder op loofhout, in bundels, zeer algemeen
sporeekleur roestbruin
hoed levendig geel-, oranje of kaneelbruin. Oppervlak kaal en mat
steel bleekgeel met witte vezels, soms een vezelige ringzone
plaatjes dicht opeenstaand, roestbruin gevlekt