Klik op de afbeelding voor vergrote weergave met beschrijvende tekst
Beukendopgeweizwam (Xylaria carpophila)
De Beukendopgeweizwam groeit voornamelijk op in de grond getrapte afgevallen beukennootnapjes. De vruchtlichamen zijn draadvormig, zwart en in april en mei met witte topjes van de sporen (conidiën).
De draadormige stromata bestaan uit mycelium waarin de eigenlijke peritheca in de bovenste helft verzonken zijn. De bovenste helft van de donkere vruchtlichamen zijn wrattig door de perithecia, het onderste deel is fijn vervilt.
Kenmerken van het geslacht Xylariales (Xylariales) waartoe Beukendopgeweizwam behoort.
Het vruchtlichaam is knots- of peervormig. De buitenkant is zwart, de binnenkant wit.