Klik op de afbeelding voor vergrote weergave met beschrijvende tekst
Roodbruin netpluimpje (Stemonitis axifera)
Stemonitis axifera (Roodbruin netpluimpje)
Belangrijkste kenmerk zijn de kleine, bijna gladde, zeer licht gekleurde sporen. Alleen S. smithii heeft ook dergelijke sporen.
Vergelijk S. smithii - deze is kaneelkleurig, de bundels wijken niet naar buiten uiteen, de vorm is cilindrisch, top en voet afgerond. Sporen 4-6 mu.
De sporangia van het Roodbruin netpluimpje staan in bundels. De bundels kunnen weer in groepen staan.
De sporangia zijn gesteeld en staan aanvankelijk rechtop, maar later hellen ze over. Ze zijn 7-20 mm lang. De vorm is vaak wat spoelvormig (voet en top smaller dan de rest).
De kleur is in verse toestand roestkleurig, later wordt de kleur donkerder, meer roodbruin.
De hypothallus is vliezig, bruin en loopt door onder de gehele bundel.
De steel is glanzend, zwart, 1.5- 6 mm lang en ondoorschijnend. De steel gaat over in een columella die bijna tot aan de top doorloopt. Naar de top toe wordt de columella dunner en golvend, totdat ze overgaat in het capillitium.
Het capillitiumnet heeft meestal 3 mazen tussen de columella en het buitenste net. Het net is lichtbruin en heeft verbredingen.
Het oppervlaktenet bestaat uit dunne draden, de mazen zijn hoekig en 5-40 mu groot. Er zijn bijna geen stekeltjes of vrije uiteinden.
De sporen zijn in doorvallend licht licht zalmkleurig tot bijna kleurloos, 5.0-7.5 mu groot en bijna glad. Alleen met olie-immersie (1000x vergroting) zijn zeer fijne wratjes te ontwaren.
Het plasmodium is wit.
Op dood hout en schors.
Kenmerken van het geslacht Netpluimpje (Stemonitis) waartoe Roodbruin netpluimpje behoort.
Stemonitis
De vruchtlichamen van de netpluimpjes zijn langwerpig en staan vaak gebundeld.
De steel is hol, in doorvallend licht roodbruin, hoornachtig of ondoorschijnend. In het vruchtlichaam gaat de steel over in een columella die tot voorbij het midden en soms zelfs tot in de top doorloopt.
Het peridium verdwijnt snel en de kleur van de sporenmassa bepaalt dan de kleur van het vruchtlichaam.
De capillitiumdraden zijn met de columella verbonden en vormen een drie-dimensionaal inwendig net en een tweede net dat vlak onder de oppervlakte van het vruchtlichaam ligt en steunt op het drie-dimensionale net.
De sporenmassa is donkerbruin tot zwart of roestkleurig.