Peervormig draadwatje (Trichia decipiens)

Peervormig draadwatje


Het Peervormig draadwatje heeft een gesteeld, okerkleurig, hoogglanzend vruchtlichaam. De vorm is uiteraard wat peervormig.
De steel gaat geleidelijk over in het vruchtlichaam (sporangium) en is geplooid, bruin en gevuld met cysten van ongeveer 15 mu in doorsnede (microscoop!).
Het peridium (wand van het vruchtlichaam) is bij doorvallend licht lichtgeel of okerkleurig, glad en naar de steel toe geplooid. Bovenzijde dunner. Na het openscheuren blijft een glad ogende kom over.
Onder de microscoop vallen de scherpe, lange punt en de 4-5 gladde, tamelijk dikke spiralen van de elateren direct op. De elateren zijn onvertakt en tamelijk kort en recht, soms koordsgewijs gedraaid. De sporen met elateren zijn in massa okerkleurig of okerbruin, in doorvallend licht lichtgeel en 10-13 mu in diam. . De sporen hebben richeltjes en een onderbroken netwerk van kleine mazen met tot 1 mu hoge wanden. De sporen zijn gezoomd.
Bron: "De Nederlandse Myxomyceten" - E. Nannenga-Bremekamp

SEM afbeelding sporen T. decipiens
Het netwerk op de ene helft van de sporen is ononderbroken, het netwerk op de andere helft is onderbroken en bestaat meer uit richeltjes.

Klik op de afbeelding voor vergrote weergave met beschrijvende tekst