Mucilago crustacea(Nannenga)
Aethalium zittend, ruig door brokkelende kalk of bobbelig door vertakkingen. Roomwit of bleek okerkleurig, donkergrijs en vertakt na wegvallen kalklaag.
Hypothallus bestaand uit lichtgele of licht okerkleurige strengen, onder het aethalium, maar ook steelachtig opgetrokken of sponsachtig uitstekend, vaak met kalkkristallen.
De wand bestaat uit 2 lagen, de buitenste een dunne, brosse schaal, opgebouwd uit kalkkristallen. De binnenste, vliezige laag zit niet aan de buitenste laag vast en ziet er geplooid uit door de onderliggende vertakte massa, soms met vliezig pseudocapillitium.
De buitenlaag verbrokkelt snel tot een kalkrijke korst die weldra verdwijnt, de binnenste, kleurloze, vliezige laag rond de vertakkingen van het aethalium wordt zichtbaar.
Capillitiumdraden dik, vertakt en tot een netwerk verbonden, donker purperbruin, maar aan de uiteinden lichter, overvloedig of schaars. De draden hebben soms verbredingen of verdikkingen.
Sporen in massa zwart, in doorvallend licht donkerbruin of donker purper, 11-14 mu, bezet met vrij grote wratten.
Plasmodium roomwit of lichtgeel.
Op dood blad en levende kruiden.