Metatrichia vesparium (Gebundeld kelkpluisje) groeit in gebundelde groepjes, dicht tegen elkaar aangedrukt, soms zijn de steeltjes zelfs versmolten. De kleur van het sporangium is donkerrood, donker roodbruin of zwart, de vorm is cilindrisch, kegel- of knotsvormig, de hoogte is 0.4-0.7 mu. Het vruchtlichaam is gesteeld of zittend.
Onder de microscoop vallen vooral de stekelige spiralen rond de buizen op.
De hypothallus gaat geleidelijk over in de steeltjes en is doorschijnend rood.
De eventuele steel is tot 1 mm lang, gegroefd, vrij dun, rood en doorschijnend.
Het peridium bestaat uit 2 laagjes, ze zijn dik en bros. De binnenste laag is glad, dun, oranjegeel en glanzend. De bolle bovenkant van het vruchtlichaam is voorzien van een richel waarlangs het peridium opengaat. De bovenkant wordt dan als een kapje afgeworpen. Er is echter niet altijd zo′n dekseltje aanwezig. Het peridium scheurt dan gewoon aan de bovenkant open.
Het capillitium bestaat uit zeer lange buizen die opgerold in het vruchtlichaam liggen. Ze zijn koordsgewijs in elkaar gedraaid en zetten bij het opengaan elastisch uit. De buizen zijn 5-8 mu in diam. en omwonden met 3-5 stekelige spiralen. Lengte stekels 0.1-0.4 mu. Er zijn weinig vrije uiteinden, de punten zijn kort, soms met een zwelling aan de basis.
Sporen 9-10 mu, bezet met naar boven toe verbrede wratjes. De sporen zijn in massa rood, roestrood of scharlaken, in doorvallend licht oranjerood.
Plasmodium donkerrood of zwart.