Metatrichia floriformis
(voorheen Trichia floriformis - Nannenga en Trichia botrytis var lateritia)
Onrijp herken je het Donkerbruin kelkpluisje aan de talrijke, gitzwarte, in het zonlicht zilverachtig twinkelende bolletjes op het dode hout. Als de vruchtlichamen rijp zijn, breken ze bijna als een bloem open en het roestbruine capillitium spreidt zich dan naar alle kanten uit. Opvallend is ook de doorschijnende, felrode, gegroefde steel. Vaak zijn de stelen met elkaar versmolten.
Beschrijving Nannenga
Sporangia gesteeld, in groepen, bol-, omgekeerd kegel- of eivormig, roest- tot purperbruin tot bijna zwart, vaak met lichte banen.
Hypothallus onder de groep doorlopend, donkerrood.
Steel half tot anderhalf maal zolang als het vruchtlichaam, gegroefd, donkerrood tot bijna zwart, in doorvallend licht rood, zonder opgenomen stofdeeltjes (dus doorschijnend).
De stelen zijn soms met 2-9 stuks versmolten tot een zuiltje.
Peridium stevig en uit twee lagen bestaand - de buitenste dik of met dikke delen die gescheiden zijn door dunnere banen, binnenste deel dun, doorschijnend, vliezig. Beide lagen breken samen bladachtig langs de dunnere banen open. De overgebleven kom met naar buiten gebogen lobben doet denken aan een geopende bloem.
De elateren zijn roestrood, onvertakt en vaak als een koord in elkaar gedraaid. Doorsnede (4-)5-6 (-8 ) mu, met 4-6 gladde spiralen die uitlopen in een 30-50 mu lange punt.
Sporen in massa roestrood, bij doorvallend licht oranjerood, 10-12 mu en vrij dicht bezet met kleine stekeltjes.
Plasmodium wit, roodbruin of zwart.
Verschilt van T. botrytis door de doorschijnende rode steel.