Dekselvormig draadwatje

Klik op de afbeelding voor vergrote weergave met beschrijvende tekst

Dekselvormig draadwatje (Trichia%20crateriformis)

Trichia crateriformis gold tot voor kort als een variant van Trichia decipiens en droeg toen de naam T. decipiens var olivacea.
Kenmerkend voor zowel Trichia decipiens als T. crateriformis zijn de met cysten gevulde steel (onderste tot 20 mu groot) en de lange punten van de elateren.

Het meest kenmerkende verschil tussen T. decipiens en T. crateriformis is het dekseltje van T. crateriformis. Dit is duidelijk afgebakend door het doffe uiterlijk, waar de rest van het peridium glanzend is. Wanneer het dekseltje opengaat, blijft een kom met gladde rand achter. Het bovenste deel van het peridium van T. decipiens is soms dunvliezig en breekt dan eveneens met een ronde opening, maar de rand is dan toch rommelig afgescheurd.

Beschrijving Trichia crateriformis

Vruchtlichamen gesteeld, verspreid staand, omberkleurig, halfrond tot halfgewelfd, bovenzijde afgeplat.

Peridium vertoont een duidelijke begrenzing tussen kom en deksel. De kom is vliezig, min of meer geruwd, omberbruin, glanzend, deksel afgevlakt en dof.

Capillitium overvloedig, bruinoker, geel in doorvallend licht, doorsnede elateren 7-8 mu, behalve de top, met 4-5 duidelijke, zo goed als gladde spiralen. De top loopt uit in een lange punt. Elateren vaak gebogen in het midden en de beide helften dan om elkaar heen gedraaid.

Kenmerkend is de duidelijk afgebakende, doffe deksel.

Sporen rond tot eivormig, geel in massa, lichtgeel in doorvallend licht, met wratjes, 11-12 mu.

Decipiens <-> Crateriformis

Vruchtlichaam
Decipiens- kegelvormig - okerkleurig, onregelmatig openscheurend
Crateriformis- bolvormig - olijfkleurig, opent met dekseltje - gladde rand kom

Sporen
Decipiens- onderbroken, alleen onderzijde met netwerk, fijn mazig, gezoomd, 9-12 mu.
Crateriformis- wijd uiteenstaande, onregelmatige wratjes, korte richeltjes, gezoomd, 11-12 mu.

Elateren
Decipiens- het midden uitlopend in lange punt, onvertakt, licht okergeel, vrij kort, recht of getwist, midden 4.5-5.5 mu, punten tot 75-150 mu lang
Crateriformis- onvertakt, uitlopend in lange punt, getwist, met 4-5 gladde, vrij dikke spiralen, niet in de lengte gestreept, lichtgeel, 7-8 mu in doorsnede, punten 3-4 mu breed en glad.
Kenmerken van het geslacht Draadwatje  (Trichia) waartoe Dekselvormig draadwatje behoort.

Sleutel volgens De Nederlandse Myxomyceten - E. Nannenga-Bremekamp

12. Capillitiumbuizen zonder kalk, met spiraalstructuur
13. Buizen vrijwel onvertakt, vrij kort, veel losse uiteinden, los in het sporangium liggend.
14. Buizen in scherpe punten eindigend.

SPECIFICATIES - dekselvormig_draadwatje
familieTrichiaceae (Trichiaceae)
info familieDeze familie kent de volgende geslachten:
Hemitrichia
Metatrichia
Perichaena
Trichia
Kenmerkend is de helder gekleurde sporenmassa. De vruchlichamen zijn gesteeld of zittend. Het capillitium bestaat dikwijls uit compacte of buisvormige, gladde of vervormde, vrije of vastzittende draadachtige elementen.
naam dekselvormig_draadwatje (Trichia crateriformis)
waar dood hout
-
kleur vruchtlichaam olijfkleurig
plasmodium roze
sporen tot 9 mu, bedekt met wijd uiteenstaande wratjes en korte richeltjes